TOEN  BRIELLE  NOG  DEN BRIEL  WAS

Een geboren Briellenaar weet dat als je Den Briel uit wil, je altijd over water moet. Aan het Maarland Nz, bij het wachthuis van de voormalige waterpoort ga je via de brug de Rochus Meeuwiszoonweg op, die in mijn jeugd helemaal rechtdoor liep tot aan de Veerweg en het Havenhoofd, waar de Brielse haven uitkwam op het Brielsemeer.

Wat ik gelijk op mijn netvlies krijg als ik aan het havenhoofd denk, is de oude Jacob Kranendonk,

die je altijd met pet op aantrof op het havenhoofd.


Ik kan mij dat zo goed herinneren omdat ik vaak mijn vader moest helpen met het rondbrengen

-huis aan huis- van melk en zuivel-producten.

Eind jaren ’50 heb ik in de timmerwerkplaats van Henk Steenbergen, aan het eind van de Dijkstraat, nog mee geholpen met het maken van een tiental houten overnaadse roeiboten voor de familie Van Oers, die zij verhuurden op het havenhoofd.

Een beeld dat ik ook voor ogen krijg is het bord langs de weg bij de ingang van café van Oers, met de tekst: “Wat een boffie! verse koffie met sprits 45 cent”.


Hans de Visser een leeftijdgenoot die ook op het havenhoofd woonde, stuurde mij een foto van het suikerzakje.

Het wonderlijke is dat het suikerzakje er precies uitziet zoals ik mij het reclame bord van ruim vijftig jaar geleden kan herinneren.


Toen de winters nog winters waren en de Brielse Maas nog in open verbinding met de zee stond, kreeg je de mooiste plaatjes.

De veerboten hadden de grootste moeite hum vaarten te kunnen voortzetten.

In 1954 met mijn vader, mijn moeder en mijn broertje Eddy op het Brielsemeer.

Menig Briellenaar is toentertijd met het kabelveer over gevaren naar Rozenburg, om meestal zijn reis voort te zetten naar het veer Rozenburg-Maassluis.

Van 1963 tot 1964 werkte ik in Vlaardingen in een autospuiterij en maakte de reis eerst per fiets en later schafte ik mij een brommer aan. Maar vooral ‘s winters en bij regen was de reis geen pretje. Ik verdiende in die tijd 27 gulden per week en daar gingen dan de reiskosten van het veer en de benzine voor mijn brommer vanaf, want die moest ik zelf betalen.

Een beeld van het eiland Rozenburg, zoals het was in mijn jeugd. Hoe anders is het nu.

Ik hoosde daar de roeiboten die verhuurd werden leeg en als je goed je best deed mocht je een half uurtje gaan roeien. Dik de Bruin en Aad Smit gaven daar vaak waterski-demonstraties. In 1959 werd het schip door de gemeente Brielle gesommeerd te vertrekken.

In de jaren ’50 was ik zondags vaak te vinden op de raderboot “de Watergeus” van Joop van Ingen, die afgemeerd lag op het Brielse meer, vlak bij het havenhoofd.

HET HAVENHOOFD

Met veel plezier en weemoed kijk ik terug op “Het Havenhoofd”,

toen Brielle nog Den Briel was.

Het was een uniek vertrek- en aankomstpunt waar ik graag vertoefde.

Rens van Adrighem  Jávea  oktober 2007

voor het laats bijgewerkt mei 2019

Vlak bij het café van de familie Van Oers stond een hardstenen bank. Deze was daar neer gezet ter nagedachtenis aan notaris L.P. van der Blink die zich ingezet had voor verbetering van de Brielse veren.

Wie met de veerboot mee voer, weet zich beslist de bekende Briellenaar Leen Roedolf te herinneren die de overtochtkaartjes verkocht.

Ik kan mij nog herinneren dat Leen - die gek van muziek was - in begin jaren ’70 op het wereld- beroemde orgel van de St. Bavo Basiliek in Haarlem mocht spelen. Dat was altijd een grote droom van hem geweest, die dankzij - meen ik - de Nieuwe Brielse Courant bewaarheid werd. Leen was ook bekend van de Brielse voetbalvereniging Wit Rood Wit. Na zijn voetbal carrière zat hij jaren lang aan de kassa van het voetbalveld op Meeuwenoord.

Op bruiloften en partijen trad Leen vaak op met een bandje en Bas Pothof als conferencier.

Op de foto met: Maarten van der Vlugt op trompet, Jaap Arends saxofoon, Leen op de accordeon, Johan de Weijer drums en Andries de Weijer contrabas.

Zoals u ziet, zit er aan elke herinnering wel weer een andere herinnering vast.

Op die bank, zaten in de zomer vaak “De Pullen”, de dames Magdalena en Pietertje ‘t Hart en Jan Harte.

schrikken, door hen door de struiken stilletjes te besluipen. Dit lukte goed, het stel had niks in de gaten en op een afgesproken seintje grepen de jongens allebei de dames tegelijk bij de enkels.

Dat die daarvan schrokken laat zich raden. Hierop werd Jan zo kwaad, dat hij die donderstenen wel even mores zou leren. De donderstenen waren nog niet zo groot, maar wel vlug. Jan rende de jongens achterna, maar zij renden de verkeerde kant op, naar de oude veersteiger, dus raakten zij in het nauw. Er was maar één veilige route die overbleef, en dat was de Haven, dus sprongen zij met kleren en al de Haven in en zwommen daar de Meeuw en daar had Jan geen zin in. Het drietal ging wel verhaal maken bij de Ouders en de jongens kregen alsnog een afstraffing van hun Pa.

door Rens van Adrighem

geboren 18-10-1946 in Den Briel

Ruim dertig jaar later constateerde een Indiase therapeut dat mijn schouder uit de kom zat en dat moest vanuit mijn jeugd geweest zijn. Na een paar rukken aan mijn hoofd en arm zat de boel weer

op zijn plaats en was ik verlost van jarenlange schouderpijn.

In 1962 ben ik nog met een politie busje van het Brielsemeer gehaald, omdat ik schaatsend met Govert (Gofy) Overbeeke uit de Dijkstraat, gevallen was en daarbij mijn sleutelbeen gekneusd had.

TOEN  BRIELLE  NOG  DEN BRIEL  WAS

Zeeverkenners varen de buitenhaven in. Het uitzicht op Den Briel was in die tijd nog geheel open en gaf een duidelijk

beeld van ons stadje.

De oer oude zalmschuur.

Op één van deze avonden zagen Hans en Bas de Visser, twee jongens die op het havenhoofd woonden, de dames weer zitten en kregen het plan om hen te laten

Het veerhoofd van Rozenburg waarvan het veer vertrok over de Nieuwe waterweg naar Maassluis.

De twee veerboten die de passagiers over de Nieuwe waterweg bracht.

Het drietal wandelde op mooie zomeravonden vaak naar het Havenhoofd, en genoten dan op het bankje achter de struiken bij de pont van het mooie weer en van het zeilen op de Maas.

Op de foto het met klimop begroeide logement “Land en Zee zicht” van de familie van Oers.

Wallen 

Luxor 

Links het wachthuis, waar Jacob Kranendonk de kachel stookte voor de wachtende passagiers voor de veerboot.


Rechts het Oude Veerhuis van de familie Van Oers.

Die verhuurden ook roeiboten: ‘Overnaadse’ houten boten, gebouwd door aannemer Henk Steenbergen.

Ik heb daar als snotneus nog aan meegeholpen.

Herinneringen in woord en beeld

uit de jeugd en jonge jaren van een geboren en getogen Briellenaar

In de jaren ’60 werden er twee havens gegraven en de veerweg omgelegd waardoor je niet meer rechtdoor naar het havenhoofd kon. Eerst kwam er de haven en twee loodsen voor jachtwerf Moerman en later de Tromp haven, met de ingang achter Van Oers, de zalmloods en de woningen.

Vanuit Maassluis kon je verder met de trein naar welke bestemming dan ook.

Eens per jaar maakte ik met mijn ouders en broers deze reis naar Rotterdam om nieuwe kleding en schoeisel te kopen. Een reis die al gauw anderhalf tot twee uur in beslag nam. En terug weer het zelfde liedje.

Het veerhoofd op Rozenburg.

Deze plaats heeft altijd een bijzondere aantrekkingskracht gehad bij jong en oud. Daar bevond zich de oude zalmschuur, enige woningen, het logement van de familie van Oers, de aanleg steigers van de vroegere veerboten en de helling en aanlegplaats van het kabelveer Brielle - Rozenburg.