Persberichten
GEDENK
MEDAILLON

door

Rens van Adrighem

OVER HET
GEBRANDSCHILDERD
GLAS-IN-LOOD

Rens van Adrighem

Jávea Spanje, oktober 2017

voor het laatst geoptimaliseerd 31 oktober 2017

Verdwenen glas-in-loodraam in oktober terug naar Brielle

Het 20 jaar geleden plotseling verdwenen glas-in-loodraam dat in het voormalige stadhuis van Brielle hing, keert in oktober terug. Het wordt naar verwachting rond 20 oktober teruggeplaatst in het pand waar nu Historisch Museum Den Briel is gehuisvest.

,,Weliswaar niet op z’n oorspronkelijke plek", vertelt Marijke Holtrop van het Brielse museum. ,,Dat zou vragen om moeilijkheden zijn. Het glas-in-lood zou dan van buitenaf makkelijk ingegooid kunnen worden." Het glas-in-lood is daarom nu verwerkt op een lichtbak en krijgt een prachtig plekje boven het kanon van Brederode in de Cornelia van der Lindenzaal.

Briellenaren zochten jarenlang tevergeefs naar het historische werk waarop de toenmalige Koninklijke familie staat afgebeeld. Het zat sinds 1922 in de gevel van het stadhuis, maar verdween in 1995 na een renovatie. Niemand wist waar het was totdat het raam vorig jaar opeens opdook. 

Het glas bleek in bezit te zijn van glaskunst-reparateur Johan de Haan uit Haarlem. Die had het 2,5 jaar daarvoor al gekocht op een Amsterdamse rommelmarkt en had geen idee van de Brielse zoektocht naar het raam dat hij jarenlang in een hoek liet staan. Totdat hij het tevoorschijn haalde en op zoek ging naar de herkomst.

De Haan renoveert het raam, een medaillon, zelf. ,,Een groot karwei", weet Marijke Holtrop. ,,Hij is er nog volop mee bezig."

26 september

De vakkundig restauratie door glazenier Johan de Haan wordt wel gemeld, maar het belangrijke feit dat door de jaren lang aanhoudende zoektocht van oud-Briellenaar Aard Heijmans het erfstuk weer terecht is gekomen wordt geen woord gerept, evenals het waardevolle feit dat Johan de Haan zo genereus is de vijf met passie gerestaureerde glas-in-lood panelen terug te schenken. Het melden dat het medaillon op 20 oktober terug keert is daarbij erg onverstandig. Je loopt daardoor de kans dat De Haan en zijn personeel problemen gaan krijgen bij het installeren door nieuwsgierigen. De 20ste is overigens de streef datum, dus helemaal nog niet zeker. Het was dan ook beter geweest de datum van onthulling bekend te maken.

Dat het medaillon niet op het raam aan de Koopmanstraat teruggebracht zal worden, wat het plan van het museum was, is te danken aan het idee en dringend advies van Johan de Haan en mij het medaillon op een nieuw raam met een lichtbak te plaatsen, zodat het op elk gewenste wand aangebracht worden en belangrijker: daarmee het risico van stukgooien van buitenaf uitgesloten is. Dat had ook wel gemeld mogen worden.

PERSBERICHTEN

KONINKLIJK GEDENKRAAM TERUG NAAR DEN BRIEL

Het spoorloos verdwenen gebrandschilderde glas-in-lood gedenkraam komt na 20 jaar door een wonderlijke toeval, in oktober terug naar zijn thuisbasis. Het Koninklijk raam bevond zich tot 1995 aan een raam in het secretarie aan de zijde van de Koopmanstraat van het stadhuis. Tijdens de verbouwing van het stadhuis van 1995 tot1969 was het opgeslagen in de kluis van het stadhuis.

Oud-Briellenaar Aard Heijmans kwam er in 2000 achter dat het glas-in-lood raam niet meer aanwezig was en stelde daar bij de Brielse instanties vragen over, maar het bleef maar stil. Hij schakelde zijn oud schoolvriendje Rens van Adrighem in en die stelde op zijn website een compleet verhaal samen over het belangrijke verdwenen erfgoed. Aard kwam na veel speurwerk in 2009 een afbeelding tegen van het raam in een herdenkingsboek.

In 2011 liet de gemeente Brielle een onderzoek uitvoeren op alle plaatsen waar het opgeslagen kon zijn. Zonder resultaat. Pas in 2016 liet de gemeente door een specialist een onderzoek uitvoeren. Daar kwamen alle gegevens over het raam aan de orde, maar     geen enkele opheldering waar het raam gebleven is.

In 2014 vind de glazenier De Haan uit Haarlem op een markt in Amsterdam een doos met gebrandschilderd glas en koopt die voor een habbekrats. Pas in 2017 haalt hij de doos tevoorschijn om eens precies te kijken wat hij in huis gehaald heeft. Hij zet een stukje in elkaar en kan zien dat het raam aangeboden is door het Algemeen Nederlands verbond en meld hen de vondst. Die sturen een foto van het raam en geven aan, de vondst door te geven aan Den Briel, waar het raam vandaan komt.

Na enkele weken hoorde de vinder nog steeds niets uit Den Briel, ging googlen en kwam op de site van oud-Briellenaar Rens van Adrighem terecht over het erfstuk en vroeg of hij de zaak vlot kon trekken. Rens nam eerst contact op met Aard Heijmans die natuurlijk een gat in de lucht sprong dat waar hij zolang verbeten naar opzoek was, toch nog boven water is gekomen. Daarna mailde hij direct Marijke Holtrop, hoofd van het Historisch Museum Den Briel. Die schreef vreemd genoeg dat ze al enkele weken op de hoogte was van de vondst.

Rens van Adrighem kwam er achter via een duidelijke foto van het erfgoed die hij had, dat er eigenlijk steeds gezocht was naar een raam van ongeveer 150 x 120 centimeter in plaats van kistjes waar het glaswerk -volgens de de man die de supervisie had tijdens de verbouwing- in geplaatst was. Er was geen sprake van een raam, maar van vijf glas-in-lood panelen van 43,5 x 54,5 centimeter, die precies pasten tussen de roedes van het raam aan de Koopmanstraat en het medaillon vormden.

Uiteindelijk leidde het mailtje van Rens aan het hoofd museum er wel toe dat alles in een stroomversnelling raakte en een delegatie uit Den Briel op 10 maart 2017 naar Haarlem trok om het glaswerk te bekijken en te bespreken hoe het terug kon komen naar het geuzenstadje. Er is toen overeen gekomen dat glazenier De Haan het raam zou restaureren op kosten van de gemeente Brielle en het dan schenkt aan het Historisch Museum.

Na vele weken van restauratie en het vervaardigen van een raam waar het medaillon op aangebracht wordt en het geheel op een lichtbak, zal het in oktober een plaats krijgen aan de linker muur in de hal van het stadhuis/museum, boven het kanon van Brederode. De aanhoudende zoektocht van Aard Heijmans en de genereuze geste van Johan de Haan het terug te schenken aan het museum, heeft er uiteindelijk toe geleid dat dit waardevolle erfgoed terug gaat komen naar waar het hoort.

De datum van de onthulling is nog niet bekend.

Vriendelijke groet, Rens van Adrighem.

Vanuit Den Briel kwam er al maanden geen enkel bericht hoe het er voor stond met het erfstuk. Daarom schreef ik 26 september dit stukje en mailde dat naar de Brielse verslaggeefster van het AD Voorne en Putten: Ik heb een nieuwtje voor je, ik heb het voor je beschreven, maar op mijn website staat alles uitgebreid te lezen. Ik voeg de link naar de site toe. Een klein detail, maar toch belangrijk denk ik: het gaat om een MEDAILLON en dus niet over een raam. In Den Briel zijn ze nogal laks met alles naar mijn mening, vandaar dat ik je dit voor Den Briel toch wel zeer belangrijk nieuws meld. Kijk maar wat je er van kan maken.

Uit het niets verschijnt nog geen drie uur later onderstaand bericht in het AD Voorne Putten.

Zelf maar een ingezonden artikel naar het Briels Nieuwsland geschreven in de hoop dat ze het wilden plaatsen. En dat deden ze.

Hiervan kennis genomen te hebben, vraag ik de verslaggeefster of Marijke Holtrop mij op toevallige wijze vóór was. Maar nee: ,,Het artikel is naar aanleiding van jou mail’’ meld ze.

Als journalist lees je je goed in in het onderwerp en indien nodig pas je hoor en wederhoor toe. Alleen weergeven wat het hoofd van het Historisch Museum te vertellen heeft en van de feiten beschreven door je tipgever/bron geen woord te plaatsen is dom en niet erg correct. Ik meld haar mijn ongenoegen daarover en dat ze het wat mij betreft verbruikt heeft.

Als antwoord mailde ze: ,,Ik wist niet beter dan dat je mij aan een nieuwtje hielp en heb geen weet van datgene waarover je schrijft. Mijn doel was puur om de lezer te informeren dat het werk terugkeert. Niets meer of minder dan dat.’’

Dit maakt het alleen maar nog erger! laat ik haar weten. Ik geef je alle informatie die je behulpzaam kan zijn, maar je verdiept je gewoon niet in je onderwerp en kiest voor de makkelijkst weg en belt gewoon Marijke Holtrop met het resultaat dat de belangrijkste feiten niet vermeld zijn en het daardoor een suggestief verhaal tot gevolg heeft.

NIET GEMELDE BELANGRIJKE GEGEVENS













Apetrots op gedenkraam na lastige renovatieklus

Claudia Langendoen 28-09-17, 09:05

Het had heel wat voeten in aarde, maar het eindresultaat mag er zijn. Apetrots is glaskunstreperateur Johan de Haan - eigenaar van het Haarlemse Glas in Lood Huis - dan ook op zijn vijf gebrandschilderde glas-in-loodpanelen. Die keren rond 20 oktober terug naar het voormalige Brielse stadhuis. 

Daar verdween het historische gedenkraam, dat sinds 1922 in een gevel hing, twintig jaar geleden spoorloos. ,,Het kostte erg veel moeite om een geschikte glassoort te vinden'', vertelt glazenier De Haan over de renovatie van het werk die hij samen met zijn medewerkers voor zijn rekening nam. ,,Maar uiteindelijk vonden we de oplossing.'' 

We hebben puur door te experimenteren ontdekt hoe het wel kon

Johan de Haan

Het probleem was dat er in de jaren 20 nogal complexe kleuren zijn gebruikt voor het raam. Zo is er onder andere gewerkt met zilvernitraat wat bij verhitting een chemische reactie veroorzaakte op nieuwer glas waardoor een citroengele kleur ontstond. Er waren ook geel-groene kleuren gebruikt, wat elkaar van nature tegenwerkt.

,,We hebben het probleem uiteindelijk kunnen oplossen dankzij een paneel dat we nog hadden staan en waarin glas uit dezelfde periode zat als waaruit het Brielse glas-in-lood dateert'', vertelt De Haan. ,,Hier hebben we gelukkig de ontbrekende ruitjes uit kunnen halen, toen lukte het wel.'' Daar ging echter flink wat gepuzzel aan vooraf. ,,We hebben puur door te experimenteren ontdekt hoe het wel kon.''

Honderden uren werk zit er in de renovatieklus waarvan de glazeniers genoten. Zij zijn weliswaar gespecialiseerd in het renoveren van historisch glas-in-lood, ,,maar dit was natuurlijk een extra bijzondere klus'', verwoordt De Haan. 

Het raam waarop de koninklijke familie staat afgebeeld hing tot 1995 aan een gevel in de Cornelia van der Lindenzaal. Onduidelijk is nog altijd wie het meenam en hoe het op een rommelmarkt in Amsterdam terechtkwam. Daar dook het raam enkele jaren terug op. Johan de Haan kwam het er hoogstpersoonlijk tegen. Hij wist niets van de herkomst en van de Brielse zoektocht naar het verdwenen werk dat hij jarenlang opborg. Totdat hij het tevoorschijn haalde en op onderzoek uitging.

Het raam wordt nog op een lichtbak gemonteerd en komt boven het kanon van Brederode te hangen bij de entree van het stadhuis waar nu museum Den Briel gehuisvest is. Wie het wil zien, hoeft dus geen entree betalen.

28 september

KNAP STAALTJE WERK

De vijf panelen na twintig jaar weer aaneengesloten. Rechts Sven Bijster, links Eric Ruijssenaars.


Verdwenen glas-in-lood medaillon terug naar Den Briel

ma 2 okt 2017, 10:49 

Brielle - Het 20 jaar geleden plotseling verdwenen glas-in-loodraam dat in het voormalige stadhuis van Brielle hing, wordt naar verwachting rond 20 oktober teruggeplaatst in het voormalig stadhuis, nu Historisch Museum Den Briel.

Het glas bleek begin 2017 in bezit te zijn van glazenier Johan de Haan uit Haarlem. Die had het 2,5 jaar daarvoor gekocht op een Amsterdamse rommelmarkt en had geen idee van de Brielse zoektocht naar het raam dat hij jarenlang in een hoek liet staan. Toen hij de herkomst had kunnen achterhalen door een gedeelte van een paneel in elkaar te zetten, meldde hij zijn vondst aan het algemeen Nederlandch Verbond. 

Na enkele weken hoorde de vinder nog steeds niets uit Den Briel, ging googlen en kwam op de site van de oud-Briellenaar over het erfstuk te recht en vroeg of hij de zaak vlot kon trekken. Rens nam als eerste contact op met Aard Heijmans die natuurlijk een gat in de lucht sprong omdat waar hij zolang verbeten naar opzoek was, toch nog boven water is gekomen. Daarna mailde hij het hoofd van het Historisch Museum Den Briel. Die schreef vreemd genoeg dat ze al enkele weken op de hoogte was van de vondst. Uiteindelijk leidde het mailtje van Rens er wel toe dat er de volgende dag contact werd opgenomen met De Haan en alles in een stroomversnelling raakte. Een delegatie uit Den Briel trok op 10 maart 2017 naar Haarlem om het glaswerk te bekijken en te bespreken hoe het terug kon komen naar het geuzenstadje.

Er is toen overeen gekomen dat glazenier De Haan de vijf glas-in-lood panelen zou restaureren op kosten van de gemeente Brielle en het dan terug schenkt aan het Historisch Museum.

De Haan renoveerde het medaillon en werk nu nog aan het raam met lichtbak waarmee het gepresenteerd zal worden aan de mensen die op maar enkele oudere Briellenaren na, het erfgoed nog nooit gezien hebben. Dit dankzij Aard Heijmans die als hij de verdwijning niet had aangekaart- en Johan de Haan niet opzoek was gegaan waar zijn doos met glaswerk vandaan kwam, het restaureerde en weer terug schonk aan Den Briel, niemand ooit van dit verdwenen erfgoed had geweten.

Rens van Adrighem

Het medaillon zal door de genereuze geste van de vinder Johan de Haan in glorieuze staat terug keren naar Den Briel. Het hoofd museum het het het liefst op de oude plaats, een raam in de Koopmanstraat teruggebracht. Omdat het dan van buiten af ingegooid zou kunnen worden, wordt op dringend advies van Johan de Haan en oud-Briellenaar Rens van Adrighem het medaillon op een raam met lichtbak gemonteerd worden, zodat het op elk gewenste wand kan worden aangebracht. Het krijgt een prachtig plekje boven het kanon van Brederode links aan de ingang.

Briellenaren zochten jarenlang tevergeefs naar het historische werk waarop de toenmalige Koninklijke familie staat afgebeeld. Het zat sinds 1922 in de gevel van het stadhuis, maar verdween in 1995 na een renovatie omdat men er nogal slordig mee omging en niemand de erfstukken die zich in het stadhuis bevonden registreerde. Bijna niemand kende het glas-in-lood ornament, of wist waar het opgeslagen was. Uitsluitend door de aanhoudende zoektocht van oud-Briellenaar Aard Heijmans kwam het raam op wonderlijke wijze na 20 jaar toch nog boven water. 

13 oktober kreeg ik een publicatie uit de Brielse Mare van het hoofd museum over het 1922 raam toegestuurd. Een verhaal dat op vele fronten ver buiten de werkelijkheid en daarbij nogal denigrerende manier de Haan als ‘glaszetter’ wordt aangeduid en verzuimd wordt zijn naam te melden. Het schrijven noopte mij tot het samenvatten en rechtzetten van de meest belangrijke beschrijvingen.

De belangrijkste meldingen:

‘In 1995/1996 werd het raam ontmanteld. De ruitjes werden uit het lood gehaald, in een doos gestopten volgens mondelinge overlevering buiten het stadhuis opgeborgen, met de bedoeling ze in ieder geval te bewaren’. Maar een feit is dat het werd opgeslagen in de kluis van het stadhuis, waar het in 1997 nog aanwezig was. En bij de vondst door Johan de Haan bleken de ruitjes NIET uit het lood te zijn gehaald! Verder wordt gemeld dat ‘Circa 2008 door een aantal leden van de vereniging Vrienden van het Trompmuseum de vraag gesteld waar het 1922 raam gebleven was, en dat er sinds 2009 met man en macht naar het raam gezocht is, waarbij de kelders, zolders en depots van alle gemeentelijke Brielse panden binnenste buiten zijn gekeerd’. Hierbij wordt volledig voorbij gegaan aan het feit dat oud-Briellenaar Aard Heijmans vanaf 2000 al opzoek is gegaan naar het raam, maar wie hij er ook over aansprak, hij kreeg altijd nul op het rekest en werd alleen maar als een vervelend mannetje gezien. ‘Namens de gemeente Brielle werd door assistent-conservator Roel Slachmuylders in 2016 een uitgebreid onderzoek gedaan met het resultaat dat hij alleen maar informatie over de vervaardiger van het raam heeft kunnen achterhalen, en vaststelde dat het vervaardigen van een replica niet mogelijk was door het ontbreken van ontwerptekeningen’. Betreffende de verdwijning van het raam heeft zijn onderzoek helemaal niets opgeleverd. Desondanks wordt hij steeds uitgebreid genoemd. ‘Dat het raam niet werd gevonden, deed het imago van de gemeente Brielle geen goed; de gemeente werd publiekelijk verweten onaanvaardbaar met haar erfgoed/geschiedenis om te gaan. wordt gemeld’. Zeer terecht want het is een ongehoorde slordige beschamende zaak. ‘Op 23 februari 2017 liet het Algemeen Nederlandsch Verbond weten dat het 1922 raam opgedoken was’. Dat er van uit Den Briel niet direct op gereageerd is, is onbegrijpelijk. ‘De huidige bezitter bleek een glazenier/glaszetter uit Haarlem die het raam circa 2014 op een rommelmarkt in Amsterdam had gekocht’. Niet erg respectvol de naam van de glazenier: Johan de Haan niet te noemen. ’10 maart bezocht een Brielse delegatie de glazenier, die aangaf het raam aan de gemeente Brielle te willen schenken’. (nadat het door hem gerestaureerd zou zijn) Dat dit het gevolg was van mijn bemoeienissen na een hulproep van de vinder De Haan aan mij, wordt gewoon over gezwegen. ’Op 19 april werd de vondst bekend gemaakt door wethouder Verbeek’. Onbegrijpelijk dat daar zo lang mee gewacht is. ‘Aard Heijmans die zich lang sterk heeft gemaakt voor de terugkeer van het 1922 raam, hield tijdens de bekendmaking een ontroerende toespraak’. Als Aard zich niet op aanhoudende wijze ingezet had, had niemand van dit voor Den Briel belangrijke erfgoed geweten! Maar niets daar over in de artikelen van het hoofd museum. ’In oktober 2016 loofde het bestuur van de Historische Vereniging als laatste redmiddel een vindersbeloning van € 250,- uit voor degene die informatie zou kunnen geven die zou leiden tot de vondst van het 1922 raam’. Als ook hier weer Aard Heijmans zich eind september 2017 niet had ingezet, was te vrezen geweest dat de beloning niet uitgekeerd zou zijn eind op 25 september. ’Het raam werd door de huidige bezitter gerestaureerd en zal het raam overdragen aan de eigenaar van het raam: de gemeente Brielle’. Dat de vinder Johan de Haan zo genereus is het raam terug te schenken aan het museum wordt gewoon niet gemeld. Kortom: Schaamteloze publicaties die volledig voorbij gaan aan de feiten. Wel staat er vermeld: ‘Dat op basis van de offerte van de glaszetter/restaurateur een bedrag van € 18.000 beschikbaar is gesteld’. Het bedrag wordt € 2000,- hoger aangegeven dan de offerte van de Haan. Daarbij wordt vergeten te melden dat de Haan niet alleen de restauratie, maar ook het raam met lichtbak levert, het komt aanbrengen in het stadhuis en zorg draagt voor een door specialisten opgemaakt officieel verslag van het restauratiewerk wat altijd bij dit soort werk hoort. Dat het raam te koop is aangeboden aan het Algemeen Nederlandsch Verbond is ook volledig onjuist.

Rens van Adrighem

Dingen naar je hand willen zetten hoeft zolang het niet in eigenbelang is, niet altijd verkeerd te zijn. Maar als je daarbij feiten gaat aanpassen of niet meldt, en de mensen die zich in het belang van de gemeenschap gedreven inzetten miskent en niet vermeldt, is op zijn minst ongepast.

Door het alsmaar negeren van de gedreven inzet van Aard, Johan en mij, en bovenal het niet op de juiste manier weergeven van de feiten, besloot ik op 14 oktober na het kennis nemen van dit alles, de onthulling geheel aan mij voorbij te laten gaan.

Het verhaal uit de Brielse Mare gaf ik uiteraard gelijk door aan Johan de Haan. Die was op zijn zachts gezegd nogal boos over het gebrek aan respect naar hem en zijn mannen die aan dit monument met hart en ziel hebben gewerkt. Ook hij gaf aan beslist niet aanwezig te zullen zijn bij de onthulling van het kunstwerk en bracht zijn ongenoegen over het gebeuren met niet mis te verstane woorden weer aan het hoofd museum.

Ook Aard Heijmans heb ik van het gebeuren op de hoogte gebracht. Ondanks zijn eerdere niet altijd prettige ervaringen, is ook hij ontdaan van deze zeer teleurstellende afloop. Hij wacht de verdere ontwikkelingen en afhandeling met zekere spanning af.

respectLOOS

Fragment uit het zes pagina’s tellende bericht in de Brielse mare.