Fons Löbker

Onze man in Den Briel

Marijke Holtrop stuurde mij gegevens toe die gingen over de tentoonstelling die georganiseerd was van Fons schilderijen. In krantenartikelen las ik tot mijn schrik verhalen die niet overeen kwamen met de werkelijkheid. ‘Drinkebroertjes Fons Löbker en Rens van Adrighem,’ en andere onjuistheden stonden er bijvoorbeeld te lezen. Wie mij kent, weet dat ik nooit alcohol drink. Naar aanleiding daarvan besloot ik mijn herinneringen aan Fons Löbker waarmee ik bevriend was geweest, en zoveel beleefd had, maar eens te gaan opschrijven en te plaatsen op mijn website. 

Fons kende ik vanaf de begin jaren ’50, toen hij speciaal voor de Maskerade vanuit Engeland naar Den Briel kwam. Samen met Jos Bels, die evenals ik in de Witte de Withstraat woonde, zette hij tijdens de maskerade altijd Den Briel op stelten.

In 1954 kwam Fons voorgoed terug naar zijn geboortestadje en was hij bijna dagelijks bij de familie Bels te vinden. Jos en Truus Bels hadden acht kinderen, waarmee ik vooral met de oudste jongens vaak speelde. Zodoende kende ik Fons al vanaf mijn vroege jeugd. Nog zie ik Fons zijn bakfiets rood schilderen, waarmee hij de Hoover wasmachientjes rond bracht in Den Briel. Ook zal ik nooit vergeten dat hij Jos aanraadde het interieur van de woning te voorzien van rock-‘n-roll kleuren. En zo gebeurde het dat met fel roze, licht blauw, paars, geel en groene verf, het een bonte boel werd in huize Bels.

Fons schreef ons deze brief.

Tot 1983, toen wij emigreerden naar Spanje, beleefden we samen heel wat avonturen in het Brieltje.

De keren dat we voor een paar dagen vanuit ons nieuwe vaderland naar Den Briel kwamen, ontmoette ik Fons altijd om een uur of tien bij Arie van den Berg in de Zalm, als Fons daar de kranten las en van een kopje koffie genoot. We babbelden dan de Brielse gebeurtenissen van de afgelopen tijd door.

,,Ik mis jullie wel hoor. ’t Is maar een grijze boel geworden sinds jullie weg zijn’’ zei Fons een keer tegen me. ,,Je hebt gelijk dat je weg gegaan ben uit ’t Brieltje, ’t is niet meer wat ’t altijd geweest is.

,,Eigenlijk zou iedereen voor een paar jaar in ‘t buitenland moeten gaan wonen, dan kijk je heel anders tegen de dingen aan, dat heb ik ook ervaren,’’ vond Fons.

ONZE VRIENDSCHAP

Fons en Jopie lieten niet gemakkelijk buiten-staanders toe in hun toch wel bijzondere leventje. Verrassend genoeg, was ik een van de weinigen die regelmatig bij hen over de vloer kwam.

Tijdens weekenden en feestdagen, waren we altijd gekleed in het 1 aprilkostuum. We waren ook altijd bezig met plannetjes maken als er iets gebeurde in ‘t Brieltje, waar we dan een stuntje voor verzonnen. Of we nu met spandoeken een raadsvergadering gingen verstoren, een kanon verdonkeremanen, het geuzenschip laten zinken, niets was ons te gek. Het moest alleen wel in het belang van Den Briel zijn.

Fons kreeg een ernstige ziekte en na een lang ziekbed is hij op 1 maart 2003 in aanwezigheid van zijn dochter Lisa, in zijn woning in de Langestraat vredig ingeslapen. De wens zijn begrafenis simpel te houden heeft Lisa vervuld. Ook de openbare verkoop van zijn spullen alsmede de schilderijen die aan particulieren werden verkocht, is verlopen zoals Fons het wilde.

In november 2006 stelde de gemeente Brielle een overzichtsexpositie samen in het Historisch Museum.

Marijke Holtrop, de conservator van het museum vertelde in een krantenbericht: ,,Het klinkt misschien wat theatraal, maar ik hoop dat Löbker hier boven op een wolkje zit en kan zien hoe zijn doeken in het vroegere stadhuis zijn verzameld en worden getoond.’’ 

In 1979 werd Fons ziek en moest opgenomen worden in het Ikazia ziekenhuis in Rotterdam. Een tante uit Wateringen was bereid om voor Lisa te zorgen. Helaas werd de tante al snel als een indringer gezien. De wijze waarop dat duidelijk werd, zou een verhaal uit de mythologische geschiedenis kunnen zijn.

Ik ben toen samen met Lisa naar het ziekenhuis gegaan en heb Fons kenbaar gemaakt dat ik de manier waarop dit gebeurde niet correct vond, maar dat ik ondanks alles - of hij het nu leuk vond of niet - hem gewoon bleef komen opzoeken. Ik kreeg geen enkel weerwoord en hij is er ook nooit op terug gekomen. De tante is vertrokken en in samenwerking met de huisarts dokter Kamma, de familie Schats en de familie van den Berg van de Zalm, is toen de opvang van Lisa geregeld. Ik maakte mij zeer ernstig zorgen om Fons toestand, want ik zag de dood in zijn ogen staan.

Naast mijn persoonlijke herinneringen en het archief van Fons kon deze website met de meest belangrijke gegevens gestalte krijgen. Daarmee kan er terug gekeken worden op het bijzondere leven van deze markante Briellenaar. Als eerbetoon aan Fons en Jopie, en niet onbelangrijk: als document voor Lisa.

In 2012 beschikte ik over gegevens uit de nalatenschap van Fons, mij aangeboden door Lisa Löbker.

Met Lisa hebben we na het overlijden van Fons altijd contact gehouden. Lisa had dikke ordners met honderden krantenartikelen, netjes geordend door Fons en daarnaast honderden foto’s. Die heb ik mee mogen nemen naar Spanje, om te kijken wat ik er mee kan doen. De enorme hoeveelheid krantenknipsels en foto’s bleken een prachtig beeld te geven van alles wat Fons en ook Jopie allemaal bezig hield in het leven. Uiteindelijk kwam ik tot het besluit de website die ik in 2006 over Fons maakte, aan te passen.

COMPLETERE SITE

Dat Johannus Alfonsius Löbker, een aparte man was, die zeker niet in een vakje paste en niet zomaar een vreemde snuiter was, hoop ik hiermee duidelijk gemaakt te hebben.

Fons was een mengeling van heden en verleden, fantasie en werkelijkheid, droom en realiteit. Het was niet makkelijk te bepalen wat spel en wat ernst was bij hem. Was Fons dan één grote grap? ,,Dat is me nog nooit gevraagd. Gek eigenlijk'', vertelde Fons een collega journalist. ,,Ik zal een eerlijk antwoord geven.

Er is eens een man geweest die zei: je weet het zelf ook niet, maar je bent een tweede Tijl Uilenspiegel. Machtig, ik laat het maar zo, prachtig. Ik vermoed dat wel eens gedacht wordt: moeten we nu blijven meedoen aan dat rare spelletjes-gedoe? Er kan wel eens een moment komen waarin ze denken dat ze in het ootje genomen worden. Het is ook eigenlijk wel een Tijl Uilenspiegel-toestand.’’

Fons schrok ook nergens voor terug. Het aanschrijven of zelfs opbellen naar het Koninklijk huis deed hij met het grootste gemak. Als hij telefonisch contact zocht, deed hij dat slim via de telefooncentrale van het stadhuis.

Voor zijn stunts wist hij altijd wel weer anderen voor het karretje te spannen, zodat hij zelf buitenspel bleef. Van zijn vele acties die hij met Jos Bels rond de 1 aprilviering op touw zette, wist hij uiteindelijk zelf niet meer of hij een spelletje speelde of dat het een soort werkelijkheid was geworden. Tenminste: zo liet hij het over komen. Dat hij zijn vriend Jos blanco velletjes liet tekenen ging wel erg ver, maar hij heeft daar nooit misbruik van gemaakt.

FONS LÖBKER ONZE MAN IN DEN BRIEL

Een vriend

Over de nalatenschap van Fons, vooral de schilderijen, waarmee Lisa in het ernstigste geval mee te maken zou krijgen heb ik toen gesproken met Jac. Klok, maar het was moeilijk om daar met Fons overleg over te hebben. Gelukkig knapte Fons toch weer op en kwam hij naar huis. Met 1 april zat hij - weliswaar met een geel gelaat - weer in de gevangenen kar bij de intocht. En Fons sloeg ook weer aan het schilderen.

Omdat Jopie als conciërge van het Trompmuseum weg gevallen was, moesten Fons en Lisa de woning verlaten. Al snel kregen ze een andere woning in de Langestraat op nummer 1. Het hele woonvertrek ademde de sfeer van eeuwen geleden uit. Fons beschilderde de schouw van de woning helemaal vol met voorstellingen van Jopie die ten hemel voer, hetgeen zijn katholieke achtergrond verraadde. Op de eerste verdieping waren de grote doeken opgeslagen. Dat waren er inmiddels heel wat. Fons was erg teleurgesteld in de geringe belangstelling voor zijn werken. ,,Maar ach,... misschien vinden ze Löbker later wel mooi,’’ vond Fons.

Tijdens de begrafenis zorgde ik in de woning van het museum dat er na afloop koffie met de gebruikelijke cake klaar stond voor de familie.

Toen ze het einde voelde aankomen - het was op 5 december - vroeg ze Fons haar te helpen met opstaan terwijl ze geen enkele kracht meer bezat. Uiteraard voldeed Fons aan haar wens en toen omarmde Jopie Fons innig. ,,Leg mij nu maar weer terug in bed,’’ waren haar woorden. Fons sprak af die avond weer op bezoek te komen. Echter twee uur later kwam er een telefonische mededeling dat Jopie was overleden. Fons riep mij direct en ik heb toen alles in het werk gesteld om de familie van Jopie op de hoogte te brengen en alles te regelen. Het was die avond maskerade en ik heb alleen maar de wagen gereden. Maskerade vieren kon ik niet.

Kort voor haar sterven vroeg Jopie mij met Wim van der Torre naar haar toe te komen en zij overhandigde ons een geuzenpenning. ,,Voor al het werk dat jullie doen voor de 1 aprilfeesten,’’ sprak Jopie zacht. Voor ons gaf het een gevoel van afscheid.

Toen Jopie ziek werd, en met spoed opgenomen moest worden in het ziekenhuis met darmkanker, bracht Fons mij als enige op de hoogte van het dramatische nieuws, en verzocht mij dringend daar met niemand over te praten omdat hij niet wilde dat Jopie het te horen zou krijgen. Daar heb ik mij uiteraard aan gehouden. Jopie werd geopereerd en weer naar huis gestuurd. Herstel was onmogelijk en ze ging snel achteruit. Tijdens Jopie’s ziekbed heb ik hen zoveel als in mijn vermogen lag bijgestaan. Op zich was het een bijzonderheid dat ik bij dit zo persoonlijke leed als deelgenoot geaccepteerd werd. Fons, Jopie en Lisa leefden altijd erg op zich zelf en buitenstaanders werden niet snel toegelaten. Op het laatst ging het thuis niet langer en werd Jopie ondergebracht in het Streekverpleeghuis De Plantage. Daar kreeg Fons het aan de stok met de medische staf die Jopie wilde vertellen hoe het er voor stond. Fons was daar furieus over en stelde alles in het werk om dit te voorkomen, dat wilde hij zeer beslist niet.

NAAR:  Site inhoud


NAAR:  Gastenboek

Rens van Adrighem
Javea, Spanje  2012

Fons was niet de onschuldige Tijl Uilenspiegel,

maar wist precies waar hij mee bezig was.

Hij leefde eigenlijk in een door zichzelf gecreëerd fantasiewereldje.

Sommigen in Den Briel vonden Fons maar een vreemde snuiter.

Maar wereldse dingen en realiteitszin, waren hem beslist niet vreemd en hij wist van alles wat met Den Briel

in het verleden en heden te maken had en wat er zich

in het wereldgebeuren afspeelde.

Hij was echt goed bij de tijd.

fascinerende

ONZE   man in Den Briel

een eer hem gekend te hebben

Sprak Fons in 1975

Fons stelde zich altijd onschuldig, ja zelfs een beetje beminnelijk op.

Zalvend, probeerde hij te horen wat hij van je wilde weten,

je warm voor wilde maken, of iets voor elkaar te krijgen en dat lukte hem meestal.


Echt negatieve woorden hoorde je nooit over Fons.

     Fons leven  |  Journalist  |  Maskerade 1   2  | 1 april 1  |  1 april 2  |  Kunstschilder Schilderijen | Vriend

Rens van Adrighem

door autodidact      kunstenaar

In 1970 betrokken wij het pand Wellerondom 10 en de panden Kaatsbaan 1 en 3. Binnen de kortste keren kregen we nauw contact met Fons en Jopie, die in de woning van het museum woonden.