De  Sloepenloods

EN HET MAGAZIJN & WERKPLAATS

 

In 2000 lanceerde scheepsbouwer Wim van der Torre het plan voor het verwezenlijken van een museum-haven. Het plan was om de scheepshelling weer in ere te herstellen, met houten bielzen en als bediening een handlier, om demonstraties met platbodems te geven. Het creëren van een aantal ligplaatsen in de haven voor diverse nostalgische scheepjes en een touwslagerij waar men kan zien hoe vroeger touw werd gemaakt zou ook tot de mogelijkheden behoren. Zelfs een visrokerij zou daarbij het geheel tot een toeristische trekpleister maken. Het plan was om er een vereniging c.q. stichting voor op te richten. In enkele maanden tijd hadden 148 medestanders zich gemeld. ook liet het bedrijf Borax Rotterdam weten dat het liever een scheepshaven in Brielle financieel ondersteunt dan een in Rotterdam.

Het hele plan lag uiteindelijk in handen van de gemeente Brielle, maar er is niets van terug te vinden over een besluit van de gemeente Brielle betreffende dit ambitieuze Museumhaven plan.

In 1972 werd de helling volgestort met grond, en in 1973 kreeg de schietvereniging De Geuzen de beschikking over de drie loodsen die ze geschikt maakten als clubgebouw met schietbanen.

Alle werkzaamheden werden door vrijwilligers gedaan.

Tot de begin jaren ’50 deed de Sloepenloods dienst als scheepsreparatiewerf.

DE SLOEPENLOODS NA HET VERTREK VAN DE TORPEDODIENST

DE NIEUWE BESTEMMING VAN DE LOODSEN

Rens van Adrighem

Jávea, España  november 2010
Bijgewerkt: november 2016
door  Rens van Adrighem

Op de foto rechts zien we Jan Teunisse.

Links zien we onder andere Leen van Dalen, een van de oprichters van de schietclub.

Tot eind jaren ’60 werden er militaire voertuigen gerepareerd en onderhouden. In de jaren ’70 werden er de zogenaamde ‘Torenzegel Najaarsbeurzen’ gehouden waar de middenstanders een stand hadden.

Naast de sloepenloods bevond zich nog een pand van de torpedisten. In de jaren ’60 werd dat pand gekraakt door de Brielse jeugd, die er een jeugdhonk van maakte met de naam Demeshed.

De ingang van Demeshed was aan de Langestraat.

Er werd veel thee gedronken werd verteld. Maar het experimenteren met druks had toch eigenlijk wel de overhand. Veel ouders hadden dan ook liever niet dat hun kinderen daar rond hingen.

JEUGDHONK ‘DEMESHED’

In de jaren ’80 is het pand door brand verwoest, dus kwam er een einde aan Demeshed.

Het interieur was aangekleed met oude meubels en veel vloer- en tafelkleden. Er waren vaak optredens van onderanderen Herman Brood en Jan Akkerman.

PLAN MUSEUMHAVEN

DE PRINCE ADMIRAEL BIJ DE SLOEPENLOODS

De karakteristieke Sloepenloods, is een ontwerp van de ingenieur G.J. Blauw

en ingenieur P.C.B. van Marle.

Met de bouw van de loods en de helling werd ten behoeve van Torpedisten

in 1884 begonnen op de kop van de Kostverloren.

In 1886 betrokken de Torpedisten de Sloepenloods.

 Een Botter op de helling van de sloepenloods in 1950

Achter de drie aan een gesloten loodsen stond het gebouw - links op de foto - dat ook in gebruik was door de Torpedisten.

In 1922 vertrokken de Torpedisten naar Gorinchem, waarmee de sloepenloods zijn oorspronkelijke functie verloor.

Sindsdien heeft het gebouw meerdere functies gehad.

In 2004 heeft een groep liefhebbers onder leiding van Jos van der Houwen zich weer ingespannen om het schip terug te krijgen naar de oorspronkelijke thuishaven Brielle, maar de vraagprijs van 200.000 euro bleek niet haalbaar. De gemeente Brielle stond achter de plannen maar kon financieel helaas niets betekenen. Een latere poging waarbij de vraagprijs was gezakt tot 175.000 euro was ook niet haalbaar.

En zo kwam er helaas een einde aan het hele Museumhaven plan.

POGING HET SS DEN BRIEL NAAR DE HELLING TE KRIJGEN

Briellenaar Koos Steentjes, deed een poging het stoomschip “DEN BRIEL”, toen varende onder da naam “ROSALIE” op het IJsselmeer, naar de helling te krijgen. ,,Zo'n schip hoort natuurlijk thuis in Den Briel’’ vond hij en klopte aan bij de gemeente. ,,Die vinden het een leuk plan, maar willen er geen cent aan uitgeven.'' Zelf dacht hij aan certificaten. ,,Stel je voor: het schip kost honderdduizend euro. Je verkoopt honderd certificaten van duizend euro... en we kunnen het kopen! Het schip zou een enorme aanwinst voor de stad zijn. Een prachtig plaatje in de haven of om met een gezelschap lekker rond te tuffen op het Brielse Meer.''

In de loodsen maakte en schilderde ik alle decorstukken en poorten voor de

1 aprilfeesten.

De weken voor 1 april werd daar de inname van Den Briel gerepeteerd.

De naar het Kostverloren gerichte gevelpartij toont drie vrijwel identieke puntgevels die elk worden gekenmerkt door de aanwezigheid van een grote, dubbele ronde deuren, waarvan die in het rechter geveldeel is voorzien van een kleinere deur. De deuren staan onder met gele stenen versierde bogen met diamantkoppen als sluitstenen. De geveldelen worden van elkaar gescheiden door ingebouwde pijlers die een beetje uitsteken. In de klimmende rondboogfriezen, lopen de ingebouwde pijlers die een beetje uitsteken door, en worden geaccentueerd door het gebruik van gele baksteen. De rechthoekige gevelopening links in de gevel is waarschijnlijk van latere datum. De hardstenen gevelsteen boven de middelste deur vermeld het jaartal 1886.

BESCHRIJVING VAN DE SLOEPENLOODS

Het is een driebeukig gebouw onder drie even-wijdige, met asfaltpapier gedekte zadeldaken. Het is vrijstaand gebouwd op een rechthoekig grondplan. De geprofileerde boeiboorden rusten op klossen. Langs de zijgevel lopen dakgoten op smeedijzeren steunen. De gevels zijn opgetrokken in baksteen in kruisverband en voorzien van gebogen gevelopeningen en van gevelaccenten in de vorm van hardstenen sluitstenen en bogen van gele baksteen.

Voor de dakconstructie zijn ijzeren 'Polonceauspanten' gebruikt. Dat zijn spanten die opgebouwd zijn uit driehoeken waarbij de staven die haaks op de spaakbenen staan de druk van de belasting erboven de trek opvangen en het doorbuigen voorkomen. De spanten staan op ondersteunende ijzeren kolommen. Die zijn nog aanwezig, maar bij de verbouwing in de jaren '70 zijn die aan het oog onttrokken.

Uit de gevel steken onderaan tien ijzeren ringen. De rechter langsgevel (oostgevel) bevat een tiental ronde luiken en vensters. De achtergevel bevat per puntgevel drie met openslaande luiken en vensters in een uitgemetselde gevelrand, zoals die in de oostelijke gevel. Ze zijn evenals de boogfriezen identiek aan die in de voorgevel. De indeling van de westelijke langsgevel is vergelijkbaar met die van de oostelijke langsgevel, afgezien van een dubbele ronde deur in plaats van een venster. De deur staat in een met hardstenen hoekblokken en met diamantkop geaccentueerde gevelopening. De ronde vensters bevatten vierruits ramen achter tralies. 

De Sloepenloods is in de jaren ’70 inwendig verbouwd, waarbij de oorspronkelijk uit één grote ruimte bestaande loods is onderverdeeld in een aantal afzonderlijke ruimtes.

De Sloepenloods heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de bijzondere situering aan de kop van het Kostverloren in het beschermde stadsgezicht van Brielle.

In de jaren ’80 is dit pand door brand verwoest en werd niet meer opgebouwd.