In 1926 werd samen met het opgekochte pand er naast, de winkel en het woonhuis afgebroken en opnieuw opgebouwd.

Woonhuis en winkel kregen toen het aanzicht zoals het nu nog steeds heeft.

Adriaans zoon Cornelis, werd geboren op 28 augustus 1891 in Den Briel.

Cor doorliep de Lagereschool die toen nog in de Rozemarijnstraat was.

’’Den eersten April Verloor Alva 'Den Bril'

Doch wat hem het meest heeft gespeten is:

dat hij nu nooit meer Ribbe's van ouds vermaarde

Brielsche Zandtaartjes mocht eten.’’

Voor het koninklijk bezoek op 1 april 1922 aan Den Briel, maakte hij slim gebruik van het historische feit: De Inname van Den Briel op 1 april 1572 door de Watergeuzen. Hij liet een Art déco blikje ontwerpen met daarop afbeeldingen van Brielse taferelen en prominent op het deksel een oude gravure van de Inname van Den Briel door de Watergeuzen, en de tekst:

De gevleugelde tekst:

,,Den eersten April Verloor Alva

den Bril’’, hoor je nog steeds en niet alleen in Den Briel maar in heel Nederland.

Het trommeltje was uiteraard gevuld met de vermaarde Brielsche Zandtaartjes.

In 1916 moest Cor in militaire dienst. Hij was al 26 jaar omdat hij aanvankelijk was vrijgeloot. Hij werd geplaatst in Zwartewaal waar een depot van de artillerie was. Hij kon iedere avond een paar uur naar huis want ze sliepen in een boerenschuur, zonder bewaking. Alleen kwam er ’s avonds om tien uur een korporaal kijken of ze allemaal onder de wol lagen. Dat lagen ze ook, maar wel helemaal gekleed, want daarna gingen ze op stap. Vrijdagsavonds ging hij na het appel stiekem naar huis om in de bakkerij te helpen. De andere ochtend om vijf uur moest hij weer terug zijn, alsof er niks gebeurd was.

Een poos later werd hij overgeplaatst naar Den Briel en kwam op het bureau van de kazerne te werken in de huidige Clarissenstraat, wat later het belastingkantoor was. Hij moest om negen uur beginnen en thuis slapen was toegestaan. Maar ’s nachts om één uur stond hij al weer op om te bakken. Als hij om negen uur op het bureau begon had hij er al acht uur werk opzitten. In november 1918 zwaaide hij af.

Rens van Adrighem

Jávea juli 2013

Op 13-jarige leeftijd begon hij in de bakkerij mee te werken.

Cor trouwde op 6 juli 1921 met de 24-jarige Jacoba Hendrica Vrij, geboren op 8 mei 1897 te Zwartewaal. Ze kregen twee kinderen. Dirk Adriaan werd geboren in 1924 en Hendrica Wilhelmina Charlotte in 1927.

In 1933 werd er een beurs gehouden in het voormalig veilinggebouw aan het Slagveld. Uiteraard was Cor daar opvallend present met zijn vermaarde Brielsche Zandtaartjes. Op de achterwand het grote schilderij dat hij liet maken, met daarop drie watergeuzen en Alva met een lantaarn.

Aan de onderkant van het schilderij staat de tekst: ’’Den eersten April Verloor Alva 'Den Bril'

Doch wat hem het meest heeft gespeten is: dat hij nu nooit meer Ribbe's van ouds vermaarde

Brielsche Zandtaartjes mocht eten.’’

In 1920 nam hij de zaak over van zijn vader. Cor kreeg toen van zijn vader een kneedmachine. De eerste in Den Briel.

In augustus 1921 kreeg Cornelis bericht van de gemeente dat hij was ingeschreven voor de dienstplicht bij de LANDSTORM.

Vóór de Tweede Wereldoorlog was dat de benaming voor verschillende, uit vrijwilligers bestaande formaties van de landmacht in Nederland. Alle weerbare mannen, tot 40 jaar oud, dienden zich bij oorlogsdreiging

Cor liet aan de gevel van de bakkerij opvallend moderne reclameborden maken.

In 1924 kreeg Den Briel eindelijk waterleiding. Het gesleep met emmers water, vanuit de ‘Kerkebak’ tegen de Sint Catharijnekerk aan, kon daarmee de geschiedenisboeken in.

te organiseren in bataljons ter verdediging van de eigen omgeving. De Landstorm werd kort na de Duitse inval in 1940 door de bezetter ontbonden.

Deze tekst werd gemaakt door

Johan Hendrik Been,

de stadsarchivaris.

Publicatie uit 1930.