Ondanks het feit dat we het over een onvoltooide kerk hebben, kunnen we spreken van een indrukwekkend staaltje van de Brabantse late gotiek. Van de stenen overwelving van het middenschip zijn slechts de aanzetten voltooid. Je wordt getroffen door een overweldigende ruimte met een prachtige lichtinval en de zijbeuken met kruisribgewelven. Imposant zijn de pijlers die de kappen van de zijbeuken en het middenschip dragen en worden afgesloten door koolblad- kapitelen.

Rond de pijlers bevinden zich 18-de eeuwse banken die in die tijd bestemd waren voor het stadsbestuur en kerkelijke en wereldlijke autoriteiten. Het ‘gewone’ volk stond of nam zelf een stoeltje mee. Pas in de 19-de eeuw werden rijen stoelen geplaatst, die werden verhuurd. Aan de noordgevel bevindt zich een galerij bestemd voor de weeskinderen uit het Merula weeshuis. 

De bijzondere historische monumenten en gildeborden.

Het monument, gewijd aan de zeeheld admiraal Philips van Almonde.

Midden tegen de oostelijke muur staat het orgel, dat in 1854 werd gebouwd door W.H. Kam

uit Rotterdam.

Gildebord van de graanhandelaren

en de hoedenmakers.

Gedenksteen van François van Leyden.

Gildebord van de kleermakers uit 1598.

Op de gewelven in de zijbeuken bevinden zich zeer fijn uitgevoerde schilderingen in tere kleuren.

Ze vertonen het motief van de Schotse zeedistel.

Uit 1961 stamt de grote kroonluchter, een geschenk van de Brielse burgerij. De beide andere kroonluchters dateren uit de 17-de eeuw.

In het totaal bevinden zich in de zuidelijke- en noordelijke zijbeuken 355 grafzerken waarop familiewapens en delen teksten zijn gebeiteld. Sommige families vonden dit jammer en draaiden

de gladde kant naar boven.

Op de linker foto de grafsteen van Franz Paeyse, overleden in 1586.

In één van de zijkapellen ligt de oudste grafsteen,

die van Matthijs Witte, overleden in 1482.

Hij was burgemeester van Den Briel geweest.

Het gildebord van de timmerlieden  boven de zuidelijke ingang.

De grafstenen

Andere namen zijn:

Petrus Magerus, predikant (1653). Willem Ross, koster (1829). Pieter van den Bergh, burgemeester (1661). Theodorus Beels, burgemeester (1775). Willem Adryaens van Goutswaert, burgemeester (1640). Arent Pietersz. Stuer, burgemeester.

Gildebord van de timmerlieden uit 1683.

De preekstoel en dooptuin

De met fraai houtsnijwerk versierde

preekstoel is een geschenk

van Alida van Bueren uit 1778.

Het  orgel en Tien Gebodenbord

Ingebruikname
Op vrijdag 24 september 2010 werd het gerestaureerde orgel opnieuw in gebruik genomen met een concert door Aart Bergwerff die als adviseur bij het project betrokken was. Het koor Collegium Vocale Briela verleende die avond zijn medewerking.

Achter het orgel hangt het Tien Geboden bord uit 1676.

Historie
Het orgel werd in 1854 gebouwd door W.H. Kam. Daarbij maakt hij voor een groot deel gebruik van ouder pijpwerk van Peter Janszoon De Swart (1582) en Appolonius Bosch (1679). Het orgel met twee klavieren en aangehangen pedaal werd opgesteld aan de torenzijde van de kerk.

Later onderging het orgel diverse wijzigingen. Zo werd op enig moment het open pijpwerk van de prestanten en de Cornet verschoven. In 1963 verhuisde het orgel naar zijn huidige locatie aan de oostzijde van de kerk. Orgelmaker W. van Leeuwen verkleinde de windvoorziening, wijzigde de dispositie in meer neobarokke zin, voerde een herintonatie uit en voorzag de windladen van het zgn. Veka-systeem. Twee pedaalkoppels werden toegevoegd. In 1977 volgde de versteviging van de frontpijpen door Pels & Van Leeuwen.

In 1989 werd het orgel gerestaureerd door Pels & Van Leeuwen. Het Veka-systeem werd weer verwijderd. De dispositie kon worden gereconstrueerd, deels met bewaard gebleven pijpwerk. Het doorslaande tongwerk Eoline 8' dat in 1963 moest wijken voor een Kromhoorn 8' werd gereconstrueerd als opslaande Eoline. Pels & Van Leeuwen breidde het orgel uit met een zelfstandig pedaal.

Restauratie door Reil
De recent gereedgekomen restauratie werd uitgevoerd door Orgelmakerij Reil te Heerde. De werkzaamheden bestonden uit schoonmaak en herstel van de windladen, pedaalmechaniek en frontpijpen. De in 1963 verkleinde windvoorziening vanwaaruit ook de in 1989 toegevoegde pedaallade werd gevoed werd gereconstrueerd en uitgebreid. Er werd een nieuw grote magazijnbalg gemaakt in Kam-stijl naar voorbeeld van het orgel in de Lutherse Kerk te Dordrecht. Voor het pedaal werd een nieuwe balg bijgeplaatst. De klaviatuur en de speelmechaniek van het Hoofdwerk werden geheel gerestaureerd. Ontbrekende delen van de klaviatuur werden aangevuld. De Trompet 8' van het Hoofdwerk die waarschijnlijk in 1963 is ontdaan van belering werd opnieuw beleerd.

De winddruk die was teruggebracht tot 78 mm wk, werd weer hersteld op een druk van 87 mm wk. Het pedaal staat thans op een druk van 88 mm wk. De intonatie van het Kam-pijpwerk werd gecorrigeerd. Het pijpwerk van het Pedaal en de Eoline 8' (alle 1989) werd geheel geherintoneerd.

De orgelkas werd hersteld van krimpschade. De profilering van de onderkast werd onder de tussenvelden hersteld in de oorspronkelijk V-vorm. De firma G.H.H. de Jongh te Waardenburg schilderde de kas opnieuw in de oorspronkelijke kleurstelling en heeft de ornamenten opnieuw verguld.

De kroonluchters

In combinatie met het werk aan het orgel, werd door De Jongh tevens het immense

Tien Gebodenbord achter het orgel schoongemaakt en hersteld, zodat het er weer jaren tegen kan.

Eén van de stenen draagt de naam Hans Onversaecht, de enige watergeus die op 1 april 1572 om het leven kwam.

En dat nog wel door een vallende dakpan in de Dijkstraat!

Ze werden later door een dikke pleisterlaag bedekt. Bij toeval werden ze ontdekt tijdens de restauratie van 1950 -1962.

De 4 prachtige gebrandschilderde ramen

Het Angels Merula raam


In de noordbeuk bevindt zich het raam, gewijd aan Angelus Merula, de ‘Grooten Weezenvriend’.

Het Coppelstock raam

Achter in de zuidbeuk aan de westkant bevindt zich het Coppelstock raam. Het bovenste deel laat de Brielse Maas zien met de schepen van de watergeuzen waar veerman Coppelstock heenroeit.

Het Roches Meeuweszoon raam


Hij had op 5 april 1572 het Nieuwlandse sluisje naar de polder open gehakt, waardoor de polders aan de oostkant onder water kwamen te staan en de Spanjaarden geen kans zagen Den briel op de watergeuzen te heroveren.

Het onderste deel toont de vergadering van de burgemeesters met Coppelstock die de zegel-ring van Bloys van Treslong toont, ten bewijze, dat het echt de Watergeuzen zijn.

Zij willen de overgave van de stad. De burgemeesters talmen echter en U ziet dan in het middelste  gedeelte de bestorming van de stad in de maneschijn van 1 april 1572.

Het Oranje raam


Eén van de hoogtepunten uit de geschiedenis van de Sint Catharijnekerk is de voltrekking van het huwelijk van Willem van Oranje met Charlotte de Bourbon op 12 juni 1575 in deze kerk.

Het gebrandschilderde raam dat zich in de zuidbeuk bevindt, werd aangebracht ter herinnering daaraan.

Het werd in 1922 geschonken door de Brielse Centenvereniging "De Macht van het Kleine".

NAAR: De klokken

NAAR:  De site inhoud

Het begin   |   Het interieur   |   De klokken   |   Tot slot

BRIELSEDOM

&

SINT CATHARIJNEKERK

door oud-Briellenaar

Rens van Adrighem