door Rens van Adrighem
Had een veevervoer en transport bedrijf op het Maarland Nz. had een huis aan het eind van de Dijkstraat naast de brandweerkazerne. Hij had dat huis aangekocht om zijn werknemers aan een woning te helpen. Op een zeker moment besloot de gemeenteraad -eind vijftiger jaren- dat wanneer er een woning ‘vrij’ kwam, de gemeente bepaalde wie daar in mocht gaan wonen.
Zo kwam het dat Toon geen toestemming kreeg zijn monteur Henk Hage in de woning te laten wonen.
Als rasechte Briellenaar liet Toon dit echter niet zomaar gebeuren. Uit protest schilderde hij de raamkozijnen, ramen en voordeur zwart met koolteer! Wie koolteer kent, weet dat dat goedje behoorlijk stinkt. En zo gebeurde het dat de woning vele jaren leeg stond, want wie wil er nou in een zwart geteerd huis wonen?
Brielles Putjesschepper. Een klein mannetje met snor, die woonde op het Maarland, dicht bij de Kruithuisstraat. Je kwam hem elke dag wel ergens in het stadje tegen met het legen van de afvoerputten in de straten. Met een lange ‘soort soeplepel met gaten’ schepte hij de troep uit de put, die hij deponeerde in zijn groen geverfde ijzeren kar. Hij had zo’n ‘heksen-bezem’ - gemaakt van wilgen twijgen - waarmee hij de straatgoot schoon veegde. Het was een heel aardig mannetje waarmee we als kinderen, vooral bij de stadsschuur in de Dijkstraat, nogal eens een praatje maakten. Govert heeft dit werk tijdelijk gedaan, omdat hij na een ongeluk op de gasfabriek epileptische aanvallen had. Volgens familieleden heeft hij dit werk verschrikkelijk gevonden en mensonterend. Hij had geleerd voor machinist, maar het leven en de tijd zaten hem niet mee.
Er moest brood op de plank komen.
Had zijn viszaak in de Voorstraat op de hoek met de Coppelstockstraat, kwam altijd zijn visafval in het oude olievat op het terrein van de stadsschuur kieperen. Wij kinderen vonden het natuurlijk bijzonder interessant een blik te werpen in deze nogal stinkende viston, vol met ingewanden en vissenkoppen.
Adriaan Zoetemeijer
De familie Baris
De kastelein van het café biljart Dixi op het Maarland Zz. Zijn bijnaam was “plukkie plok”. Hoe hij aan die naam kwam is mij nooit duidelijk geweest.
Jan de Kievit had het café in 1886 gekocht. Die schreef voorspellende gedichten onder de naam “Dixi”, hetgeen “ik heb gezegd” betekend. (Zie de site Dixi). Na zijn overlijden in 1889 werd het café voortgezet door Jan’s dochter Mien. In 1937 nam de 24 jarige dochter Annie, die twee jaar later trouwde met Adriaan Zoetemeijer de zaak over. In 1955 werd het café grondig verbouwd; het naastgelegen pand werd erbij getrokken. In de beginjaren van de televisie gingen kinderen uit de buurt op woensdag- en zaterdagmiddag naar de kinderprogramma’s kijken.Adriaan stond bekend om zijn nuchterheid.
Als het sluitingstijd was, sloeg hij met de stoffer op het vuilblik en riep: ”Hoogste tijd,.... afrekenen en opdonderen”. Hij was ook een muzikale man.
Andere markante Briellenaren zoals: Henk Steenbergen, Jo Stabler, Anna Kriens,
Pauw van Adrighem, Jan Edelman, Gerrit van Gent, Aren van der Vlugt, Jacob Kranendonk,
de familie Verstappen/Kroesen, de dames ´t Hart en Jan Harte,
beschreef ik al in “Toen Brielle nog Den Briel was”.
Op de hoek van het stadhuis op de Markt en de Koopmanstraat stonden altijd de oudere Briellenaren het wel een wee van de Brielse samenleving te bespreken. V.l.n.r. Hendrikus Spoor - David Passenier - Hermanus Jansen -
Jan Hoogstraten en Cornelis Dekker.
Op de gevel van het stadhuis zit een bordje dat de richting aangeeft naar het toenmalig Trompmuseum.
Daar zouden deze ‘ouwe roddelaars’ als wassenbeelden geen gek figuur hebben geslagen.
Hij was de man bij wie de Brielse jeugd kon leren dansen. Eerst verkocht hij Velo’s wasmachines in ‘n filiaal van Velo in het begin van de Nobelstraat. Het laatste was hij assistent bij archivaris Jac. Klok in de Provoost waar hij zich vooral bezig hield van het inbinden van kranten en het ordenen van archiefstukken. Vele Briellenaren hebben bij hem danslessen gevolgd. Ikzelf heb nooit iets in het dansen gezien. Een gebrek aan de opvoeding zegt men dan. Maar ondanks aandringen van mijn moeder heeft zij me niet zover gekregen en heb ik dan ook nooit gedanst.
Wijnand Spoor
Wijnand werkte in de bakkerij van Cor Ribbe’s vermaarde Brielse zandtaartjes in de Langestraat. Daarnaast bracht hij eind van de middag de avondkranten als “Trouw” en “Het Vrijevolk” rond in Den Briel.
Ook was hij de man die altijd het uurwerk van de klok van de Brielsedom opwond en als de klok niet gelijk liep naar boven klom om dat te verhelpen.
Wijnand heeft mij eens een jonge kraai uit de toren gebracht die ik tam maakte en in een hok in de tuin hield. Hij had de kraai gekortwiekt voor me, zodat hij vaak op mijn schouder mee ging.
Op een dag vloog de kraai weg en heb ik hem daarna nooit meer terug gezien.
De vogel was gevlogen.
Op het Wellerondom hadden ze het bij iedereen bekende snoep winkeltje. De oude mevrouw Baris kon niet zo goed zien en werd daardoor door de jeugd nogal eens in de maling genomen. Ze moest altijd erg goed kijken wat voor munten haar in de handen gedrukt werden. De oude meneer Baris ging met de zoon Adrie langs de deur met petroleum en wasmiddelen. Adrie’s vrouw Pleun hielp in de snoep winkel. Toen wij op het Wellerondom kwamen wonen nam ik haar nogal eens in het ootje. ´s Middags haalde ik bijvoorbeeld een gevulde koek en zei dan tegen Pleun: “Niks tegen Marianne zeggen hoor buurvrouw, anders krijg ik op mijn donder!” Oh..oh... die buurman toch, wat bent u toch ondeugend! was Pleun’s antwoord steevast.
Voor wisselgeld kon je bij de familie Baris goed terecht. Van alle munten hadden ze van die grote Van Nelle blikken bijna helemaal vol staan. Of het nu centen, stuivers, dubbeltjes, kwartjes, guldens of rijksdaalders waren, het was er volop.
NAAR: Anekdotes
NAAR: Site inhoud
Govert Verdoorn
Spruit de visboer
Antoon Kriensen
De mannen van de Klaphoek
Tonny Verbeek
De firma Spoon
Kolen en bouwmaterialen werden bezorgd met paard en wagen. In mijn jeugd werden de huizen met een kolenkachel verwarmd. Normaal gesproken stond de kolenhaard in de voorkamer, en die werd alleen zaterdag en zondag aangestoken. Doordeweeks werd alleen de achterkamer verwarmd met een elektrisch kacheltje of een olie gestookte kachel. Op de bok zien we Adrie Lauwryssens en Maarten Pothof. In de zeventiger jaren is het paardenhoofdstel mij geschonken door Fons Löbker om in ‘t kont van ‘t paerd te hangen.
De eerste televisie
Begin jaren ’50 deed de televisie zijn intrede in Den Briel. Ik kan het mij nog herinneren als de dag van gisteren. Het was bij de familie van den Bosch in de Voorstraat - Noordeinde, waar ik voor het eerst televisie zag. Op zomerse dagen werd de televisie op straat gezet, zodat iedereen mee kon kijken. Het is in deze tijd toch haast niet voor te stellen dat dat plaats vond. Er was toen trouwens ook nog verkeer in beide richtingen in de Voorstraat! Maar het kon allemaal. Op de foto zien we onder andere de familie Eland. Links op de foto staat Faas Eland de kleermaker en zijn vrouw gezeten op de stoel.
Mijn ouders waren bevriend met de familie Eland.
Rie Zaaijer
Rie was een rasechte Brielse, geboren in de grutterij op het Wellrondom nummer 10,
stond altijd voor iedereen klaar en woonde de laatste jaren van haar leven op het
Dr. de Snooplein. Met 1 april en de Brielse maskerade was zij altijd van de partij. Daarbij was zij ook nog Prinses Maria bij carnavals vereniging “De Hobbelende Bierviltjes”. Ze ging zelfs als kerstman de straat op voor de Brielse middenstanders. Mijn vader woonde enkele jaren naast haar, en zij hield altijd een oogje in het zeil.
Rie is 83 jaar geworden.
Frans was een opvallende Briellenaar. Hij had de bijnaam Frans Jood en woonde in de Nieuwstraat waar hij in van alles en nogwat handelde.
Het was een fraai portret. In een café in Rotterdam had men problemen met de kolenkachel die niet wilde branden. "Wacht maar" zei Frans. "Dat komt vast door de kachel pijp. Ik regel het wel even.” Maar wat deed Frans, hij stopte de kachelpijp vol met kranten zodat hij helemaal dicht zat en stak toen de kachel aan. Het is niet moeilijk voor te stellen dat binnen een mum het hele café vergeven was van de rook, en Frans was vertrokken met de noorder zon. Een bekend trucje tijdens het kaarten, als hij dreigde te verliezen, was dat hij het opschrijf briefje van de punten steeds dichter bij de asbak legde en dan op een zeker moment zijn brandende sigaar op het briefje legde. Het zal duidelijk zijn wat er dan gebeurde.
Frans van Adrighem
Rens van Adrighem Jávea 1 april 2008
Speelde viool en mondharmonica en stak veel energie in het Brielse verenigingsleven zoals Wit- Rood-Wit, biljart en kaartclub, buurtvereniging, 1 aprilvereniging, enz. enz. Adriaan was een echte regelaar. Hij nam ook altijd (meestal met een groep) deel aan de Brielse maskerade. Naast de klanten in zijn café, bediende hij ook de rode brug. In 1970 nam zijn zoon Frans -als lid van de vierde generatie- de zaak over.
De toen nieuw geplaatste massief eiken bar heb ik nog mogen ontwerpen.
Den Briel heeft door de jaren heen altijd bijzondere of markante Briellenaren gekend.
In 2008 beschreef ik enkele van hen op deze pagina.
In 2011 was deze pagina de inspiratie tot een boek met de titel Markante Briellenaren
Havenmeester en
chauffeur van de brandweerwagen.
Harrie Smit
Bertus Mollenbrok
Leen Heijndijk
Gemeente arbeider. Na zijn pensioen stond hij vaak op de klaphoek bij het stadhuis.
Had een groentewinkel in de Visstraat en ging rond met zijn groentekar, getrokken door een pony. Was ook tamboer-maître bij Libertatis.
Achter op zijn kar stond:
‘U hebt gelijk
Koop groente en fruit van Leen Heijndijk!’
Waarin alles over Den Briel, mijn privégeschiedenis, en die van de mensen om mij heen te lezen is.
Interessant voor Briellenaren maar ook voor niet Briellenaren.
De boeken zijn verkrijgbaar bij Bric a Brac in de Visstraat in Den Briel.
Piet ’t Hart
Actief met Brielse tradities. Vertegenwoordiger ‘Singer’ naaimachines.
Cor de Zoete
Woonde in een van de huisjes aan de voet van de Brielsedom, achter de Provoost. Hij werkte in gemeentedienst als doodgraver.