©√

©√

©√

Veelzijdige bezielend kunstenaar Frans Spuijbroek leerde ik als 14-jarige jongen  in 1961 kennen tijdens de repetities voor het groots opgezette klank en lichtspel 'In naam van Oranje' dat in 1962 werd opgevoerd.

Een spel dat uiteindelijk een onvergetelijke indruk op mij maakte en door de bezielende inzet van Frans ook een enorme indruk maakte onder een groot deel van de Brielse bevolking.

De Briellenaren werden als het ware begeestigd door de wijze waarop de geschiedenis van de inname van Den Briel door de watergeuzen op

1 april 1572 door hem gestalte werd gegeven. We mogen daarom gerust stellen dat dankzij Frans Spuijbroek in 1966 de jaarlijkse 1 aprilviering gestalte kreeg.


Voor het groots opgezette klank en licht spel was Frans maanden lang aan het schrijven geweest van het indrukwekkende kunstwerk. Vaak na een hele nacht schrijven, herschrijven en het nuttigen van wel een halve fles jenever, ontstond soms slechts één zin waarmee hij tevreden was.

De oorsprong van de jaarlijkse vieringen

Dit hele gebeuren en het leren kennen van zo'n groot, bezielend kunstenaar

als Frans Spuijbroek  heeft op mij een zeer grote indruk gemaakt

en is in mijn verdere artistieke leven van grote waarde geweest.

Het is bijna niet te beschrijven wat ik van deze mens heb mogen leren.


Frans was een begenadigd kunstschilder, lithograaf, houtsnijder, etser,

toneelschrijver, toneel speler, toneel regisseur, wereldkampioen grimeur,

mozaïek en keramiek kunstenaar, glas-in-lood schilder en ga zo maar door.


Het veelzeggende: ''De mensen kijken wel, maar zien vaak niet''

waren zijn gevleugelde woorden.


"Nooit zomaar iets doen, maar altijd proberen je ziel er in te leggen

en er iets bijzonders van te maken''

hield hij mij altijd voor en daar heb ik altijd naar gestreefd.

Het wonderlijke is dat ik tot op de dag van vandaag

bij mijn artistieke bezigheden, Frans nog altijd achter mij voel staan.

Frans Spuijbroek

Het gebrek aan Geuzen werd opgelost door de inzet van een 50-tal Zuidlanders.


Op de avond van de opvoeringen stonden de ruim 150 kostuums voor alle spelers die gehuurd werden bij Van Nooyen in Rotterdam, klaar in kisten in de gang van de school, en werden uitgedeeld om aan te trekken.

Iedereen werd gegrimeerd door een 4-tal grimeurs. De hoofdrolspelers werden door Frans zelf gegrimeerd.


Bij de regie werd Frans geassisteerd door Jan Beesemer die de bandrecorders bediende. De opvoering was zo'n succes, dat besloten werd tot een tweede opvoering die ook weer succesvol verliep.

Uniek was de toegepaste belichting van het klank en lichtspel. Dankzij de medewerking van Dhr. Cuperes, die werkzaam was bij de Deltawerken, beschikten we over vele grote spotlights, kilometers kabel en licht-weerstanden. Met de hulp van Arie van Eendenburg en Cor Dedert die bij het GEB werkten, werd de aansluiting met het elektriciteitsnet geregeld. De Sint Catharijnekerk werd op wonderlijke wijze helemaal uitgelicht. Op de toren werden fakkels op gas geregeld door loodgietersbedrijf Noordzij. Aan de voet van de dom werd een opstelling van gekleurde spots gerealiseerd, waarmee het in brand staan van de Noordpoort werd weergegeven. Een klus die aan mij werd opgedragen door Frans. Met de 12 schuifweerstanden die in de school opgesteld waren, werd het aan en uit gaan en de sterkte van het licht geregeld. Het was een betoverende ervaring toen we bij de opbouw, tegen het dag worden de hele belichting voor elkaar hadden. Er was meer verlichting aanwezig dan ooit bij de toenmalige Taptoe Delft.

Het was in 1966 dat door de middenstandsvereniging, de 1 aprilvereniging en de VVV de bevolking was aangezet tot het vervaardigen van middeleeuwse kostuums en voor het eerst de Langepoort met kartonnen deuren als proef werd gerammeid.

De jaren 1967 en 1968 werd Frans Spuijbroek weer ingeschakeld om de regie op zich te nemen van het overgave spel op het plankier voor het stadhuis. De repetities vonden plaats in de Sloepenloods.

Ook het plakken van baarden en snorren en het grimeerwerk verzorgen Frans bij de deelnemende spelers, waarbij ik hem assisteerde.

De jaren daarna werd de regie overgenomen door Jan Beesemer.

Het sloeg aan en de jaren daarna werden door Cok Smit en Henk Grootveld gemaakte zware houten deuren gehangen in de poort en stak bijna de hele bevolking zich in historische kostuums. Textielwinkels verkochten goedkope stoffen en de Meisjesvakschool leverde patronen.

Het ontstaan van de jaarlijkse 1 aprilvieringen is maar bij weinigen bekend.

Op deze pagina wordt weergegeven hoe het historische feit

van de inname van Den Briel in de jaren ’60 gestalte kreeg en maakt u kennis met bezielend kunstenaar Frans Spuijbroek.

Rens van Adrighem

Jávea, april 2014

Ik zat op de LTS in de timmerklas, toen we daar de decorstukken van jute op houten ramen spanden. Frans mocht ik helpen in de bouwloods met het schilderen en decoreren van het decor. De verven maakten we met pigmenten en een lijmsoort als bindmiddel. Eerst een grondlaag in de kleur grijs opgezet met bezems en toen dat droog was alles uitgetekend. Daarna met kwasten - vastgemaakt aan een steel van ongeveer een meter - en een rijlat met een scharnierende steel van eveneens ongeveer een meter, steen voor steen in verschillende kleuren aangebracht. Daarna de raamkozijnen en zandstenen togen boven de ramen geschilderd. De ramen werden van glas-in-lood voorzien. Kortom het werd een echte voorname Gotische trapgevel van 12 meter hoog en 6 meter breed met links en rechts zijmuren. Het maken van de attributen en zetstukken, een draagbaar, consoles, grafstenen enz. liet Frans helemaal aan mij over. De bovenramen van de Gotische gevel waren voorzien van vliegengaas met daar achter de speakers voor het geluid. De gevel werd geplaatst op een enorm podium met trappen, gebouwd door een aannemersbedrijf.

Tijdens de repetities die plaatsvonden in de raadszaal van het stadhuis en in de speelzaal van de kleuterschool in de Venkelstraat, werd al snel duidelijk dat Frans geen genoegen nam met het eenvoudigste. Hij wist al snel de deelnemers zijn bezielende zienswijze over te brengen. ''Je staat erbij als een jonge meid'', schalde hij een keer naar Cor Dedert die de rol van Lumey speelde. ''Kijk eens hoe Rens erbij staat.'' (Ik stond in een houding waarbij - zoals hij uitlegde - de houding van lichaam, benen en armen kracht uitstraalde.) ''Dat is een houding waar die tiran in moet hebben gestaan! Die Lumey was een schoft! Geen mietje!'' Het viel mee dat Cor niet weg liep, want die liet zich niet gemakkelijk iets zeggen. Na verloop van tijd en de vele herhalingen, kon je bijna alle teksten uit je hoofd. Teksten die later in Rotterdam in een geluidsstudio ingesproken werden op geluidsband. Het hele spel werd namelijk play-back opgevoerd. Zendermicrofoons bestonden in die tijd nog niet.

Het decor en atttributen
De betoverende belichting
De opvoeringen

IN NAAM VAN ORANJE
Spel van druk en bevrijding

door Frans Spuijbroek 

Als speelvlak diende het ruime plein aan de Catharijnehof met in de fond de machtige Sint Catharijnekerk, die tijdens de opvoering steeds in de handeling betrokken werd.
Aan de achterkant van het podium van 1 meter hoog, 15 meter breed en 4 meter diep met treden, was het decor van de Gotische gevel opgetrokken.
Een samenvatting van de meest belangrijke teksten die Kronos - gespeeld door de heer Mijnlief - sprak, geven weer waar het klank en lichtspel in grote lijnen over handelde.

Kronos, staande als een soort vadertje tijd in het midden van het speelvlak in het licht van een spotlight, opende het spel met de eerste zinnen: 
Sinds de derde scheppingsdag heeft de onberekenbare zee over dit land geheerst met mateloos geweld.
Toen kwam de mens, die in verbeten overmoedig streven, de ongelijke strijd met het woedende getij begon.
Zijn verhaal ging verder over de welvaart, de Catharijnekerk, de beroemde grote Brielse zonen zoals Jan Mattijszoon die vorm gaf aan ‘t recht en Angelus Merula die door zijn vrome werken aan het edele gestalte gaf.
Kronos vervolgde een flink aantal zinnen verder met:
‘t Gebeuren, dat zich straks voor U in woord en spel voltrekken gaat, geschiedde in een tijdsgewricht, waarin ‘t geknecht geslacht, zo zwaar gebukt ging onder de ijz’ren vuist van een tiran.
En spel van licht, van lang verbreide nieuwe dageraad.
Maar ook van ‘t duister, van diep mens’lijk lijden.
een spel van wit en zwart, van het goede en het kwaad van machtswellust, doch ook van zeker weten, dat door de daad van ware Godsvrucht, liefde en rechtschapenheid, de mens in ‘t korte ogenblik, die enkele seconde van de tijd van zijn bestaan, zijn licht draagt langs de smalle weg ten leven.....

Het 37 pagina’s tellende draaiboek van het spel is te vinden in het Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg

en in het 1 aprilmuseum in het Kruithuis.

De repetities

Door het grote succes en de bezielende aanpak van Frans Spuijbroek

kon het niet uitblijven dat de Briellenaren het niet lieten zitten

bij deze bijzondere opvoeringen.

Het duurde toch nog 4 jaar eer het 1 aprilstokje weer opgepakt werd.

Een veel belovende proef

NAAR: de volgende pagina    NAAR: de index    NAAR: de site inhoud

Door      oud-Briellenaar     

Rens van Adrighem