Uit bovengenoemde leden werden elftallen samengesteld en al vrij spoedig enkele wedstrijden gespeeld op het inmiddels van de garnizoenscommandant verkregen militaire oefenterrein, genaamd de “Rode Weide”. De resultaten van deze wedstrijden waren veel belovend. Hoewel niet allen wonnen, gaf het vertoonde spel hoop voor de toekomst. Al direct werd toegetreden tot de eilanden-competitie, waar zowaar de eerste plaats werd bereikt en behouden. Dat waren genoeglijke wedstrijden en in vrij grote getale werden deze wedstrijden bezocht door de Briellenaren, die nog steeds voor een vrije toegang en een flinke wandeling blijk gaven van belangstelling, die allengs gelijke tred hield met de vorderingen van B.V.V.
In de zomer van 1920 werd geducht geoefend en menig vriendschappelijke match gespeeld en gewonnen. H.V.V. uit Hellevoetsluis, speelde al reeds in de Rotterdamse Voetbalbond, wat direct aanleiding gaf de gewichtige stap van toetreding tot de bond te wagen.
Zo gezegd, zo gedaan. De toetreding had ten gevolge dat de naam B.V.V. niet kon worden geregistreerd, omdat er bij de N.V.B. onder die naam al een vereniging stond ingeschreven.
In een vergadering bij Dhr. Veldhoen, werd besloten de club in te laten schrijven onder de naam
“ Wit Rood Wit”, vertolkende de kleuren die door de leden werden gedragen en hoog gehouden.
Onder deze naam begon het voetballen. Ingedeeld in de derde klasse, afd. E., van de Rotterdamse Voetbalbond zou men laten zien wat de leden bezielde. Genoemde afdeling bestond uit de oude tegenstanders H.V.V. uit Hellevoetsluis en de bekenden zoals Maas, Vlaardingen, V.F.C. en S.V.V.
Het eerste wedstrijdseizoen 1920-1921 zag er bemoedigend uit.
De spelers die regelmatig voor het 1ste elftal uitkwamen waren:
H. Roedolf, C. Nolde, P.J. Luijendijk, H. Konijnendijk, J. ‘t Hart, M. Roedolf, C. van Loon,
T. Miezelmoe, J. Heijmans, H. J. G. van Ockenburg, C. Duhen, P. Postema en J. Jansson.
Door dit bemoedigende verloop groeide de vereniging sterk. Het ledental werd steeds groter en de donateurslijst langer. Het voorzitterschap kwam in andere handen. Joh. Been vervaardigde voor Wit Rood Wit een clublied. Op het terrein werd een consumptietent geplaatst. De kleedgelegenheid werd uitgebreid, al bleven het een paar donkere hokken, opgeknapt met wat losgeknipte zakken en haken om de kleren op te hangen. Niet minder trots was men op de eerste doelnetten die werden geschonken en vervaardigd waren van oude visnetten. Volgens de annalen kostte het heel wat hoofdbrekens ze achter de doelpalen te spannen.