De kalknacht van 1971 ging de geschiedenis in als kalkjaar bij uitnemendheid. Nooit tevoren
stond het zo in de belangstelling. De middenstand had enkele weken tevoren gedreigd een kalkwacht in te stellen. Nooit eerder stond het nachtelijk kalken zo in de belangstelling en waren
er zoveel mensen op de been geweest. Er was een groep namaak-kalkers, gekleed in witte ketelpakken en gewapend met ladders, emmers en kwasten en trokken al snel de aandacht van de patrouillerende politie, wat nu precies de bedoeling was. In geen van de emmers viel ook maar een spat kalk te bekennen. Méér succes boekte de politie bij de kalkers die met latex verf, en op een niet gebruikelijke manier de boel aan het besmeuren waren. Zij konden de rest van de nacht op het bureau doorbrengen. En terecht. Zij verziekte immers deze oude traditie.
Wij, als authentieke kalkers wachten onze kans af, gesteund door de aanwezigheid van de NOS-televisiereporter Pim Corver. Omstreeks twee uur was de kust veilig, en haalde ik uit mijn binnenzak een blikje witkalk en kwast tevoorschijn, en in twee tellen stond de tekst: "wat maakt het uit, koop uw kapotjes bij Kruit!" op het raam bij een drogist in de voorstraat.
Bij het schilderen van het uitroepteken ging een bovenraam open, en stortte de eigenaar een emmer water over de cameraman, zonder acht te slaan op de verontwaardigde uitroep:
"Hé, weet je wel dat die camera vijftigduizend gulden kost". We zijn snel naar huis gegaan om de cameraman en camera te drogen. Gelukkig waren de opnamen en de camera niet beschadigd en de zelfde avond zagen we ons zelf terug op de televisie.