De voorgevel van 

Wellerondom 10

en de Panden in de Kaatsbaan

Waaraan duidelijk te zien is

dat er sinds jaren

niets meer aan gedaan was.

Er was dus veel

“op te knappen”

Als je de winkel (de grutterij) waar de Fam. Zaaijer granen en vogelzaden verkocht had binnen stapte, was rechts een houten wand met een deur naar het dagverblijf van de oude mevrouw Zaaijer. Een raam in de achtermuur gaf uitzicht op de hele kaatsbaan, en was voorzien van een luik. Die houten wand hebben we er uit gesloopt, waardoor de 22 vierkante meter winkel uitgebreid werd met 9 vierkante meter. De vloer bestond uit vloerdelen met groef en messing, met een breedte van 10 cm., wat dus aangaf dat die in de vijftiger jaren vernieuwd was.

De vloer van de winkel bestond uit blauwe hardsteen van 40 x 40 cm. waarvan er nog maar een stuk of vijf heel waren.

De hele vloer hebben we er uitgehaald, en van de vijf blauwe tegels die nog heel waren, maakte ik met rode Waalsteentjes en rode plavuizen, vijf decoratieve vierkanten en een gevarieerde vloer, in visgraat verband.

Bij het ontmantelen van de linker wand met de buren, kwam een

toog-nis van 100 cm. breed en 175 cm. hoogte te voorschijn, zo’n 20 cm. vanuit de hoek bij het raam. Onder in de 20 cm. diepe nis lagen rode plavuizen. De muur was wit gestuukt.

In de achterwand van de winkel bevond zich aan de rechterkant de deur naar de gang van het woonhuis, die doorliep tot het einde van het pand. Aan die zelfde wand hingen mooie eikenhouten ladekasten van waaruit men de vogelzaden had verkocht. Die hebben we uiteraard laten hangen. Op 2 juli 1970 opende mijn vrouw Marianne in de voormalige winkel haar expositie ruimte "Den Oude Grutterij", met een expositie van 1 april foto’s, en we gingen er toen ook wonen.

Als je de gang binnen kwam, die een granieten vloer had, kon je direct links door een deur naar de woonkamer. De hoogte van het plafond was drie en een halve meter. De deur zat in een halfsteens gemetselde muur, met in het midden een groot raam van 200 x 200 cm.

uit de veertiger jaren, die het licht van de bovenramen in de rechter gangwand, die aan de Kaatsbaan grensde en de kamer van daglicht voorzag. De bovenramen bestonden uit een eikenhouten kozijn, waaraan aan de vorm duidelijk te zien was dat het een origineel kozijn betrof uit zeker 1600. De vier ramen van ongeveer 60 x 80 cm, waren duidelijk uit een latere periode.

Vermoedelijk rond 1920. De lambrisering van de gang was aan de kant van de buitengevel tot 90 cm. hoogte betegeld geweest, maar helaas was er geen tegeltje meer te zien. Die waren er uitgehakt.

In de woonkamer kwam een van de verrassingen bij het weghalen van de zachtboard wanden. De linker wand met de buren was helemaal voorzien van witte tegeltjes. De zoge-naamde "witjes". In het midden een 12 cm. naar voren stekende schoorsteen-mantel, betegeld met witjes, en een stook gat. Links en rechts van de schoorsteenmantel waren de resten van fraaie nissen, waarvan alleen maar enkele gedeelten aanwezig waren. Er had heel fraai lijstwerk om heen gezeten, waarvan gelukkig de bovenkanten nog aanwezig waren.

Oorspronkelijk hadden er ook deuren in gezeten, maar ik trof helaas maar één boven deur, waar glas in had gezeten aan, en één onderdeur met paneel. Alles was geschilderd in een craquelé okergele kleur. Er moesten dus vier boven- en vier onderdeuren geweest zijn. Op de deuren na heb ik de nissen in de oude glorie hersteld en in het stookgat maakte ik een open haard.

Aan de linker wand van de bedstee had een kribbe gehangen, die aangekocht was door het Tromp museum. Ik heb daar eind 1970 een kopie van gemaakt, want er was een kleine op komst. De muur tussen woonkamer en gang hebben we er uit gesloopt. Die bestond uit mooie roze handgevormde waal- steentjes, gemetseld met schelpenkalk die ik later weer heb hergebruikt.

Rechts van de voormalige bedstee wand maakte ik een deur naar de gang, die dus helemaal door liep naar het eind van het pand. Na anderhalve meter in de gang was aan de linker kant een deur naar de keuken. De Achtergevel van de keuken was voorzien van twee bovenramen van 120 cm. lang en 45 cm. hoog, direct tegen het plafond dat 2.40 mtr. hoog was. De ramen keken uit op het platte zinken dak tegen de gevel, en het dak met dakpannen van de bakkerij.

Tegenover de deur naar de gang, aan de rechter buitengevel dus, zat het misschien wel oudst bewaard gebleven bouwsel van het hele pand: een eikenhouten wenteltrap, waarvan de treden zover uitgesleten waren dat het mij niet zou verbazen als deze zijn oorsprong had in 1500 of zelfs vroeger. Daar moeten door de eeuwen heen heel wat voeten over naar boven en beneden gelopen zijn. Niet zo vreemd, want in de 17 de eeuw was volgens oude beschrijvingen, in dit pand Herberg de Vergulde kolff gevestigd. De hele opgang bevond zich in de uitbouw aan de kaatsbaan met een klein raampje. Direct naast de trap opgang bevonden zich in de uitbouw twee grote kasten, afgesloten met deuren met eiken panelen. Die kasten verwijderden we en samen met de gang maakten we daar het toilet en badkamer van.

Tegen de achtergevel van het pand Wellerondom 10, stond naast de douche-ruimte uit de veertiger jaren, een gemetselde oven van gele steentjes, met daar onder een ruimte van 50 cm. diep, waarvan de vloer met rode plavuizen betegeld was, waardoor ik er van uitging dat het een rijsoven was. Het bouwjaar was moeilijk te bepalen, en heb daar ook geen beschrijvingen van kunnen vinden. In deze ruimte stond een werktafel met een hardstenen blad. Mede daardoor noemde wij deze ruimte de bakkerij. Het toilet met doucheruimte en de oven, waarvan ik mij helaas weinig details van kan herinneren, hebben we eruit gesloopt. Ik weet wel dat het erg veel puin gaf. In de hoek maakte ik een doorgang naar de keuken. De achtergevel die was voorzien van twee ramen en rechts een deur, die uit kwam op de binnenplaats tussen dit pandje en kaatsbaan 1, (het hoge pand).

Grutterij

Woonkamer

Keuken

Bakkerij

Hoge pakhuis

Kaatsbaan 1

    Pakhuis

Kaatsbaan   3

Ingestort

pakhuis

dag

kamer

Tuin

Binnenplaats

Gang

Bedstee
Wellerondom

Kaatsbaan

Plattegrond van de panden zo we ze aantroffen in mei 1970.

Terug in het halletje van de trap ging je links een steektrap van een meter hoog op, en kwam je

op de zolder. De vloerdelen waren in zeer slechte staat door ouderdom. Die waren een c.m. of 20 breed, en 3 cm. dik. Omdat er enkele delen zeer slecht waren, kon je zien dat de vloer op eiken Moer en Kinderbinten lag. Aan de voor kant van de zolder was een gedeelte afgeschermd met een houten wand met in het midden een deur om als slaap kamer dienst te doen. Als je binnen stapte was er rechts een bedstee. Een nieuwe houten vloer was daar over de bestaande vloer gelegd. De kap van het pand was volgens mij rond 1900 vernieuwd, want het dakbeschot bestond uit kraal delen. Ook de spanten waren uit die periode. Links en rechts was een dakraam.

Douche

De vloer van de gehele ruimte werd werd van een beton laag voorzien en betegelden we met handgevormde plavuizen.


Tegen de wand van Kaatsbaan 1 maakten we de keuken, en de oude keuken werd slaap kamer. In de hoek plaatsten we een stalen wenteltrap naar de oude slaapkamer boven, die ontwerp studio werd. Links van de nieuwe keuken zat de deur naar de aangebouwde bijkeuken en de tuin.

Rechts van de keuken maakte ik een deur naar het hoge pand, kaatsbaan 1, waarmee we op 5 augustus begonnen om het te verbouwen tot een sfeervolle taveerne.

De muur tussen de oude woonkamer en de winkel werd van de zachtboard platen ontdaan, en daar bleken naast de normale deur twee grote deuren met ramen te zitten, ingemetseld in een halfsteens muur. De hele wand met deuren hebben we er uit gesloopt, waardoor de woonkamer bij de winkel kwam en zodoende met 25 vierkante meter tot 50 vierkante meter uitgebreid werd.

Het hele plafond werd verlaagd met koker binten en rietwol- cement platen.

Het plafond van het punt dak bestond uit horizon-tale binten voorzien van kraal randen, met daar op brede planken die we er al snel uit gesloopt hebben. Want de hoogte was slechts 220 cm.

De kap was onbeschoten en bestond uit twee en

drieën, balkjes van 5.5 x 7.5 cm.

Later hebben we de kap beschoten.

Van deze ruimte maakte ik in eerste instantie mijn atelier en werkplaats.

Van de binnenplaats van ongeveer twee meter breed, kon je via een deur naar de tuin waar zich het plaatsje achter het pand Kaatsbaan 1 bevond. Daar was een waterput, die op een meter na vol met troep lag, dus die heb ik toen maar dicht gegooid.

Oven
Afdak
 
waterput
 

Plaatsje

In mei 1970 kochten wij op aanraden van Archivaris Jac. Klok, de panden Wellerondom 10 en Kaatsbaan 1 en 3, van Marinus Zaaijer en begonnen met het verbouwen en zoveel mogelijk terug brengen in de oude staat. De panden met een totale diepte van 45 meter, werden door mijn vrouw Marianne en mijzelf, van voor naar achteren en van boven naar beneden eigenhandig gerenoveerd. Alle werkzaamheden deden we zelf.Het hele huis was in de vijftiger jaren van onder tot boven betimmerd met platen zachtboard. Dat was het eerste dat we er uit gesloopt hebben, waarbij er waardevolle verrassingen tevoorschijn kwamen.

De winkel

De woonkamer

Het vermoedelijk oudst bewaard gebleven bouwsel

Aan het einde van de gang zat de toegangsdeur. Daar was direct links een toilet met douche ruimte van twee bij twee meter uit de veertiger jaren. Rechts was een deur waar voorheen de "kakdoos" had gestaan. Links daarnaast zat weer een grote kastruimte met deuren, geheel in de uitbouw aan de kaatsbaan, die we er uit sloopten.

Het pandje tussen wellerondom 10 en Kaatsbaan 1

De bovenverdieping boven de keuken

Met de wenteltrap op gaan naar boven. Boven aangekomen zat aan de rechterkant een houten opgeklampte deur die toegang gaf naar een slaapkamer, met een raam aan de Kaatsbaan zijde, van 1.30 cm. breed en 1.50 cm. hoog. De ramen waren van rond 1920, maar het kozijn was duidelijk ouder. De vloer bestond uit brede houten vloer delen van zeker 25 cm., zonder groef en messing, of losse veren, met nog echte spijkers (hand gesmeed met vierkante kop) op eiken binten, dus waren zeer oud maar ook in zeer goede staat. De binten waren zichtbaar beneden in de keuken. Het plafond van 2.20 mtr. hoog, was voorzien van kraal-delen wat er op wees dat deze aangebracht waren rond 1900. Alle  wanden waren bekleed met rachel-doek en behang. Aan de linker wand als je binnen stapte, zaten twee maal twee deuren die van twee bedsteden geweest waren.

De meest verrassende ontdekking

Daar deed ik misschien wel de meest interessante- en verrassende ontdekking. Na het slopen van de alweer zachtboard betimmering kwam een zeer oude muur van kloostermoppen tevoorschijn, met in de midden een gotische uitsparing voor een raam, van ongeveer 1.20 mtr. breedte en 2.20 mtr. hoogte. Deze muur die over de volle breedte van het pand liep was gemetseld op het zware houten bint op 2.20 mtr. hoogte van de woonkamer, (met de kroonlijst) van de voormalige bedsteden op de begane grond. De muur had een dikte van zeker 40 cm. en stamde beslist uit 1500 of misschien wel eerder. Het moet volgens mij een voorgevel geweest zijn. Uit historische beschrijvingen waarvan ik pas kennis nam in het jaar 2007, ben ik tot de ontdekking gekomen dat dit vermoedelijk de eerste stenen bebouwing van het perceel geweest moet zijn. Waarschijnlijk heeft de ondergevel uit hout en ramen en deuren bestaan.Een groot gedeelte van die muur heb ik weg moeten halen omdat de kloostermoppen allemaal los lagen en op instorten stond. De stenen heb ik geschonken aan de gemeente en zijn verwerkt in de restanten van de funderingen van de Noord poort en zij kregen dus een goede nieuwe bestemming.

De verdieping boven de winkel en de woonkamer

Begin 1973 begonnen we met het verbouwen van de werkplaats tot woonruimte. Het platte zinken dak tegen de achtergevel vervingen we door draadglas platen om meer daglicht binnen te krijgen. De binnenplaats die de panden scheidde, overdekten we met een plat dak met twee grote licht koepels, waardoor de panden een doorlopende bebouwing gingen vormen.

De ingang deur van de binnenplaats werd ingang van de woning.

Van de zolder kon je op het achterste gedeelte, boven de muur van klooster moppen, met een steektrap op de opkamer komen, die boven de er onder liggende slaapkamer lag. De muur had in het verleden duidelijk doorgelopen tot aan de nok. In de achtergevel bevonden zich twee ramen.

De opkamer

Veranderende bestemmingen

Het vergroten van de winkel

In geschriften uit 1929 wordt er gesproken over een waterput op de binnenplaats. Ik kan met zekerheid zeggen

dat er in de binnenplaats nooit een waterput geweest is, omdat we die in 1972 helemaal open hebben gegraven om de riolering van de buren die daar liep te vernieuwen en geen waterput, of resten daar van zijn tegen gekomen.

door Rens van Adrighem

De vloer bestond uit vloerdelen met groef en messing van 17 cm. breed, wat er op duidde dat die naar alle  waarschijnlijkheid uit rond 1900 geweest moeten zijn. De hoogte van het plafond was zeker 3.50 mtr. De achterwand, die aan de keuken grensde was de tweede verrassing. Tussen de woonkamer en de keuken was een soort kantoortje gemaakt.

Toen ik de hele wand van het zachtboard ontdeed, kwam op twee meter twintig hoogte een zwaar houten bint te voorschijn, waar aan zich de resten van een fraaie kroonlijst bevonden.

Daarboven was alles betegeld met "witjes". Aan de resten van de kroonlijst was te zien dat er twee staanders gezeten hadden, wat aangaf dat het "kantoortje" een bedstee was geweest. De kroonlijst heb ik helemaal gerestaureerd evenals de staanders. Onder het zware bint stond een halfsteens pilaartje dat ik niet helemaal vertrouwde, en heb daar toen een ronde houten paal onder gezet. Van de bedstee maakte ik een bank aan de woonkamer kant en een kast aan de keukenkant, waarbij de boven kant open bleef zodat er doorzicht was, en links liet ik een doorgang.

De houten vloer van de woonkamer heb ik toen waar de gang was door getrokken, zodat de woonkamer met ruim zes vierkante meter vergroot werd en het buitenlicht direct binnen viel.

Al snel werd de expositie ruimte omgebouwd tot een winkel waarin Marianne naast kunstnijverheid ook kaarsen ging verkopen.


In Spanje tikten we tijdens de vakantie antieke voorwerpen, aardewerk en speciale tegels op de kop, die we dan weer verkochten.


Als er weer wat verkocht was gingen we op pad om weer nieuwe spulletjes in te kopen. Ook India kleding en oosterse artikelen gingen al spoedig tot het vaste assortiment behoren.

Aan de voorkant van de zolder hebben we op de vloer en de bedstee na alles weggehaald en de rest van de zolder van een nieuwe vloer voorzien.

Tegen de kloostermoppen muur maakte ik een badkamer met toilet, waardoor er een afscheiding ontstond met de opkamer, maakte daar een vaste trap, een deur en plaatste bij de ingang een keukenblok tegen de buitengevel.

Bij de schoorsteen pijp die van de woonkamer van beneden kwam maakte ik een open haard en een tweede schoorsteen boven het dak uit. Het geheel was eind 1972 klaar.

Winkel

Over de volle breedte van de gevel was een granieten aanrecht, dat we er uit sloopten en ik maakte een nieuwe tegen de muur van de gang. Bij het verwijderen van de zachtboard wand met de buren, kwam een wit gestuukte wand met in het midden een nis met toog van 110 cm. breed en 200 cm hoog tevoorschijn. Voor een groot gedeelte was deze betegeld met bruine "schildpad" tegeltjes uit de periode rond 1850.

Ze waren echter in slechte staat en we hebben er maar een paar kunnen redden.

Het waren er helaas te weinig om er iets mee te kunnen doen. De vloer bestond uit vloerdelen met groef en messing van 10 cm. breed, dus was waarschijnlijk rond de vijftiger jaren vernieuwd.

Rens van Adrighem
Jávea - Spanje, augustus 2007

NAAR: De Index

De historie van het pand Wellerondom 10 van 1970 tot 1980

’t Kont van ’t Paerd