Wanneer Machteld, Vrouwe van Voorne, omstreeks februari 1372 sterft, laat zij op Voorne behalve de burcht te Oostvoorne nog een kasteel op West-Voorne en een hof te Den Briel na. Uit domeinrekeningen uit 1373 blijkt dat het niet een nieuw huis betreft, maar de tijdens het leven van Machteld gebruikte “harborghe”. In het zuiden begrensde het aan de Langestraat, want in 1375/76 leverde men een slot aan de “poertdoere tegen die langestrate”. Aan de zuidoost kant liep de grens langs de Kaatsbaan, (vroeger St. Antonisslop genoemd naar de patroon van het vee), waar tevens ter hoogte van de Moriaanstraat (vroegere St. Nicolaesstraat) een tweede poort te vinden was. De ingang van het hof lag aan de straat, die men vroeger het St. Anthoniusslop noemde en nu de Kaatsbaan.

Deze naam geeft al een aanwijzing, waar dit onderdeel van het hof in de 15e eeuw gelegen moet hebben want een kaatsbaan maakte van ouds deel uit van het hof. Wanneer heer Hugo van Heenvliet in 1380 als baljuw van Voorne zijn rekening opmaakt, komen daarin de speelschulden voor van zowel de graaf als de gravin.

De noordgrens vormde het “Maerlantse kerckhof”, waar ook de derde poort te vinden was.

In 1384 werden er verschillende reparaties verricht aan het poorthuis aan het Maerlantse kerckhof.

Aan de zuidoost kant van het hof kunnen wij ook de stallen vinden. dat deze niet ver van de poort staan, vindt zijn bevestiging in de rekening over 1388/89, waar men spreekt over een wc staande aan de oostkant van het hof tussen de poort en de stal. Langs de panden in de Kaatsbaan liep een sloot die in verbinding stond met de gracht van het hof, die langs het Asylplein via Kerkstraat door liep naar de Maarlandse haven.

Uitvoerig geeft men de kosten op die hiervoor worden gemaakt. Het zijn houten huizen geweest, ongeveer even groot en gezien de bedragen van een behoorlijke afmeting. Er komt geen steen aan te pas. (Er worden heel wat details beschreven die ik maar achterwege laat)

In 1388/89 lag de domein grond aan de noordzijde van de Langestraat over de gracht tussen Corencopers en de St. Antoniusstraat in. Volgens rekeningen van dat jaar is dit een ledig erf, dat de Heer van Voorne nu laat bebouwen. Met de modder uit de gracht is het erf opgehoogd.

Waarschijnlijk betreft het hier de eerste bebouwing van de hoek Kaatsbaan- Langestraat.

“Uutghegeven van een ledich erve te hoghen dat mijheer legghende heeft an die zuutzide van den hove ende III nyewe husen daer op te setten ende te timmeren”.

In de nabijheid van de zuidpoort, die in sommige rekeningen ook wel Brielsepoort word genoemd

en staat in het St. Anthoniusslop, staat ook het “slachthuis”, waar het vee werd geslacht.

Daarin bevond zich de tafel, waar men de varkens op schoonmaakt en de eikenhouten bank,

waar men de schapen op snijdt.

In 1433 werd Jacoba van Beieren Vrouwe van Voorne en trouwde in 1434 met Frank van Borselen.

Zij overleed in 1436 en is dus maar kort Vrouwe van Voorne geweest.

De westgrens tussen Langestraat en Maarlandse Kerkhof blijkt in de periode van Frank van Borselen, dus na 1437, het Raas te zijn.

In 1477/83 lees je over de stallen:

“Bij bevele van Ingel gemaect in den stal crebben voir XX paerden, daeran verbesicht van mijnen genadige vrouwe houte L dachouts XX plancken die de stede geleent heeft en daer of die crebben gemaect zijn. Item verbesicht XXXIIII horden boven optie tille omme voeder op te leggene coste t stuck 2 en halve g. facit 7 schellingen 1 groot”.

In 1565 werd het gasthuis van het Hof afgebroken. Heel lang nog moet er bij de toegang, dus tegenover de Moriaanstraat, inrijpalen te zien zijn geweest.

“Van den nyeuwer rosmolen de welcke wijlen mijne genadige vrouwe donagie hadde doen setten binnen der stede van den Brielle in de huysinge dat mijns heeren van Oosttervants stal plach te wesen ende men plach te verpachten mette Piesmansche moelen ende es over lange jaeren afgebroken geweest. Als blyct bij de leste Reckenyng Claes van Essche”.

In het register van de 100ste penning wordt aangegeven dat Hercules Adriaensz Smout, vleishouwer, in 1575 vercocht heeft: Staande en leggende aan de Plaetse op den hoeck St Anthoniestraat aan Davit Cooper, Potbacker.

Rond 1580 woonde hier de grutter, een zekere Jan Kluit junior. Hij kocht de panden met de aangrenzende woning voor het toen niet onaanzienlijke bedrag van f.7068.-.

Het pand Wellerondom 10 droeg toen de naam Vergulde Kolff en diende als herberg.

Op 30 juni 1582 koopt de waard van de Vergulde Kolff de woning “de Bonte Os” van Cornelis Hendricksz.

Van 1629 tot 1694 blijken de panden weer in gebruik te zijn bij een vleishouwer die ook de rechten verkrijgt van het gebruik van den Bornput (waterput) ”tussen dese huisinge en de huisingh aen de noortzijde halff ende halff”.

In 1694 wordt melding gemaakt “van de coop van een huis ende erve, op welcke erve nu gebout is een grutterije genaemt de Kolff, vrij sonder eenige renten uitgaende, staende en leggende aen de Plaetse Welle alhier op den zuit oosthouck van het Kolffslop ofte St. Antonijstraet.

In 1717 wordt melding gemaakt over een nalatenschap van juffr. Maria Mason, huisvrouw van Abraham Treffier, over de helft in een grutterij en molen met d’erve vrij van rente.

In zijn “wandelingen door den Briel” schrijft dr. Hofker over het huis Wellerondom 10, dat het een oude zaadhandel is, “die reeds in de 17e eeuw bestond en met de panden van de Kaatsbaan één complex vormt, daar in een dier panden, een groot wit gebouw, nog de resten van een oude “rosmolen” zichtbaar zijn, een groot rond rad door een paard in beweging gebracht, waardoor molenstenen graan konden fijnmalen voor de bereiding van bier”.

In het begin van de jaren 1800 kwamen de panden in handen van de familie Zaaijer, die een groothandel in graan en zaden bestierden en aan het Wellrondom het winkeltje de “Grutterij” voor verkoop aan particulieren.

Tussen 1965 en mei 1970 is het pand Wellerondom 10 onbewoond geweest. De voormalige stallen, Kaatsbaan 1, deden dienst als fietsenstalling voor de buurtbewoners en de begane grond van het

pand Kaatsbaan 3, was verhuurd als opslagruimte aan de firma Van der Linden uit de Voorstraat.

In mei 1970 werden de panden door Rens en Marianne van Adrighem overgenomen van de familie Zaaijer, waarna ze direct en in de jaren daarna, een compleet nieuwe bestemming kregen.

omstreeks februari 1372 beginnen de beschrijvingen van de historie van de stallen

van het hof van voorne waardoor deze unieke panden tot een van de oudste historische panden van Den Briel genoemd mogen worden.

In de Middeleeuwen was het St. Anthoniesslop, genoemd naar de patroon van het vee, mogelijk de plaats waar de boeren voor het wegen in de Waag hun vee vast kon zetten of los liet lopen.

Aan de stadsgevangenis was immers de Waag verbonden, gelegen aan het Wellerondom.

Later is men gaan spreken van Kaatsbaan of Kolffslop. Dit is begrijpelijk omdat het hoekhuis Wellerondom 10 in de 17de eeuw reeds een herberg was met de naam “Vergulde Kolff”.

Heel dikwijls was er bij een herberg een Kolffbaan. Hier is dus vermoedelijk de naam aan ontleend.

Er wordt melding gemaakt dat omstreeks 1575 begonnen werd met het malen van grutten in de voormalige stallen, met een Rosmolen.

Door een aantekening in de rekening over het jaar 1505 blijkt het mogelijk, de juiste plaats van de eerder genoemde stallen te bepalen, waarbij tevens het “witte huis” (Wellerondom 10 met zuid-oost en noord-oost gevel in de Kaatsbaan) als uit het begin van de 16e eeuw gedateerd kon worden.

De volgende rekeningen geven ons zelfs de eerste gebruikers.

“Dit syn mijns geren III huuskins die staen over den graft bi den hove ten Briel. Item, dat een huus hadde mijn lieve heer heve gheleent Noortkyn die boghemaker. Item dat ander huuskyn hadde Jan Poelgheest; heve gheleent een jaer lanc Willem Boudinss die lantmetere. Item dat derde huus Heyn van Cats om VIII lb. den groten voer VIII d’111.

Als bron dienden boekjes over de geschiedenis van het “Hof van Voorne”

geschreven door o.a. historicus A.A. Arkenbout en beschrijvingen van stads Archivaris Jac. Klok

en mijn persoonlijke bevindingen bij het verbouwen en restaureren

van de panden Wellerondom 10 en Kaatsbaan 1 en 3 in de jaren 1970 tot 1980.


Na vele weken van speuren, lezen en herlezen kwam ik tot deze samenstelling

waarbij ik stuitte op verrassend veel gegevens, die na goed bestuderen in grote lijnen

denk ik een realistisch beeld geven uit het verre verleden.    

HET EERSTE DEEL

door Rens van Adrighem

Rens van Adrighem
Jávea - Spanje, augustus 2007

NAAR: De Index

De historie van de panden Wellerondom 10 en Kaatsbaan 1 en 3

van 1372 tot 1980

’t Kont van ’t Paerd