Volgens een rapport van de Hertog van Alva was er in 1569,

waar de vaargeul van de Maas die vlak langs de kust liep,

sprake van een ‘Bon Fort’ bij de ingang van de Brielse haven.

Rens van Adrighem

Vermoedelijk was dit fort de versterking met aarden wal, die zichtbaar is op de kaart van Den Briel, net buiten de Noordpoort, door G. Braun uit 1575.

De oude buitenhaven was van ± 1400 tot 1600 de ingang van de Brielse Buitenhaven. Alleen het eerste gedeelte, wat in Den Briel bekend staat als Molenhaventje, is bewaard gebleven.

Deze ingang was eigenlijk niets anders dan de uitmonding van het riviertje de ‘Goote’ in de Maas. Langs de dijk, die liep van de haveningang tot aan Den Briel stonden pakhuizen en scheepswerven. Dit was de weg die de Watergeuzen moesten nemen om bij de ‘Noordpoort’ te komen. 1 april 1572 werden ze bij een noordwesterstorm, het Brielse Gat ingedreven. Coppelstock en Lumey maakten historie en Den Briel tot Geuzenstad.

 Op de gevelsteen stond:  

“De eerste steen van deze sluis werd gelegd door Jan Sandifoort, soon van de fabryck Sandifort, den 27 juli 1761”. Van de oude windwatermolen is niets meer over, een steen met inscripties staat in het Trompmuseum.  

Aanleiding tot de bouw van genoemde sluis en een daarbij behorende windwatermolen was de wateroverlast in de polders op westelijk Voorne. De capaciteit van de bestaande uitwatering was te gering om het hemelwater af te voeren. Menigmaal stonden de gewassen te verrotten op het veld. Zelfs de wintertarwe kon soms ternauwernood worden geoogst. In 1890 werd daarom het stoomgemaal De Noordsluis gebouwd (thans woonhuis).   

DE WATER HUISHOUDING

De zaak blijft echter duister omdat de bronnen betreffende 1572 van een fort geen sprake is en tot op heden ook geen grondsporen van een dergelijk militair bouwwerk zijn gevonden.

Omstreeks 1600 was de oude Buitenhaven zo ondiep geworden dat een nieuwe verbinding naar de Maas noodzakelijk werd. Deze verbinding kwam er in 1607, de huidige Buitenhaven.  

De oude Noordpoort kon toen geen dienst meer doen, en op het Maarland werd daarom een nieuwe poort, de Waterpoort gebouwd.

Achter in de buitenhaven stond een eigenaardig geval, een stenen bouwsel met wat ijzerconstructies. Het was nogal vervallen en zag er erg oud uit. Dat bleek het ook te zijn. Volgens de gevelsteen die er aan de zeezijde was ingemetseld was het een uitwateringssluis uit het jaar 1761. De werking beruste op eb en vloed. De sluisdeuren die alleen maar naar de zeezijde konden openzwaaien, werden door hoogwater dicht gedrukt en bij laagwater door het polderwater open gedrukt. Alleen bij laagwater konden de polders hun overtollig water kwijt. 

De zeehaven ging door verzanding verloren, maar Den Briel kwam meer en meer als watersportstad in de belangstelling. Toen de afdamming van de Brielse Maas in augustus 1950 een feit werd en ook de Botlek was gedicht ontstond langzamerhand het Recreatieschap Brielse Meer. 

De waterhuishouding van de binnenstad werd geregeld met een sluis in de Kostverloren, aan het Dijkje. De sloten langs Venkelstraat, Heultje, Kaatsbaan, Raas en Asylplein kwamen uit bij het sluisje, waar bij eb en vloed de sloten min of meer schoon spoelden.

Nu loopt langs deze zelfde dijk de weg van Noord Meeuwenoord naar het Molenhaventje dat als recreatie haven dienst doet voor de Watersport vereniging Brielle.

Het blijft onduidelijk of inderdaad het Bon Fort bestaan heeft.

Als er terplaatse ooit nog eens gegraven gaat worden

zou er misschien duidelijkheid kunnen ontstaan.

Rens van Adrighem

November 2016

NAAR: Jachthaven

NAAR: Site inhoud

Geul ter afwatering van de achterliggende polders via een sluis op de Brielse Maas

bij de Molenhaven in 1950.

De riool-zuiveringsinstallatie nabij het Molenhaventje begin jaren ’50.

BON FORT