Zijn hart lag bij Den Briel en het behoud van het historisch erfgoed. In zijn periode als wethouder werkte hij samen met bevlogen ambtenaren, die zich nauw betrokken voelden bij ons stadje.
Hoewel zijn gezondheid hem de laatste jaren in de steek liet, bleef zijn geestdrift onverminderd. Op de barricades springen deed hij niet meer. Anderen moesten het stokje maar overnemen. Met lede ogen heeft hij echter toe moeten zien dat de laatste jaren de betrokkenheid van de gemeente en ambtenaren bij het behoud van het zo belangrijke Brielse erfgoed op zijn zachts gezegd minder werd.
Vooral de bouw van de foeilelijke appartementen aan het einde van de Langestraat, die notabene bovenop de oude funderingen van de oude stadsmuur en Langepoort gebouwd werden, waren hem een doorn in het oog. Het verval van de vijf historische panden aan het Scharloo, - waar de gemeente naar zijn inzicht veel te laks handelde - is daar ook een goed voorbeeld van.
Een man die heel veel betekend heeft voor Den Briel. Hij was recht door zee, een man van weinig woorden en zijn humor is wat hem echt typeerde.