door

Rens van Adrighem



Esther Jeannette Philipse werd geboren op 15 februari 1913 in Rotterdam als dochter van David Joseph Philipse en Judith Frieser. David werd werd op 12 juli 1881 als zoon van Joseph Salomon Philipse en Jannetje van Buren in Den Briel geboren. Op 19 januari 1903 laat het gezin zich inschrijven in Rotterdam en wonen dan op de 1e Middellandstraat 49b, waar ze ook  een drogisterij hebben. Op 18 april 1921 kregen David en Judith nog een dochter, Jeannette.

Esther Philipse

Esther en haar zus groeien dus op in de 1e Middellandstraat. Het huis en de drogisterij staan bijna op de hoek met de Henegouwerlaan, het Joods Ziekenhuis op de Schietbaanlaan is een paar straten verderop, ten oosten is de armere Joodse buurt rond de Helmersstraat, ten westen de rijke buurt rond de Heemraadsingel. In 1940 gaat het echtpaar naar de ‘s-Gravendijkwal 17.

Het echtpaar kreeg twee zoons, op 7 mei 1934 werd Leon geboren en op 9 mei 1936 Edward David. Salomon was de steunpilaar voor de Hilversummer Joodse gemeenschap. Hij was een van de drie Joodse artsen in Hilversum in de oorlogsjaren. Aangezien Joodse artsen in de oorlog alleen nog Joodse patiënten mochten helpen waren zij verantwoordelijk voor de Joodse gemeenschap in Hilversum. Salomon bleef zijn taak uitoefenen totdat hij met het gezin in 1943 werd opgepakt en weggevoerd naar Westerbork.

Het is mogelijk dat Esther, Salomon, Leon en Edward in het transport van 3 september 1944 gezeten hebben. Dit was het laatste transport uit Westerbork naar Auschwitz, met 1019 mensen waaronder ook Anne, Margot, Otto en Edith Frank en de andere onderduikers uit het Achterhuis.

Esther stond bekend als een begaafd artieste. Ze was zeer muzikaal, ze kwam tenslotte een muzikale familie. Over haar werk als artieste voor de oorlog is niet veel te vinden, maar toen ze in Westerbork aankwam, nam ze snel deel aan het cabaret.

Twee helaas wat onscherpe beelden uit een film gemaakt in Westerbork waarop we Esther zien optreden.

Dit transport kwam op 6 september 1944 aan. Salomon werd op 1 oktober 1944 vermoord, Esther en haar twee zoons op 8 oktober. Een maand later, in november, werden de laatste gevangenen in Auschwitz vergast.

Esther trouwt in Rotterdam op 3 augustus 1933, op 20 jarige leeftijd, met de 27-jarige Salomon Zwaap. Salomon werd op 3 januari 1906 in Amsterdam geboren als zoon van Levie Zwaap en Roosje Goudsmit. Salomon was huisarts en had zijn praktijk op Gijsbrecht van Amstelstraat 379 in Hilversum, waar het echtpaar ging wonen. Salomon werkte eveneens als arts in het Joodse bejaardenhuis “Beth Refoeah” in Hilversum.

Het gezin van Esther is voor zover na te gaan een jaar in Westerbork geweest en wellicht is het dankzij Esther dat zij zo lang niet verder zijn getransporteerd. Maar zoals zo velen werd ook Esther en haar gezin gedeporteerd.

ESTHER ALS ARTIESTE

VAN BRIELSE AFKOMST

Esther trad met Gruppe Bühne op in verschillende producties in Westerbork.

In september 1943 in de productie “Humor und Melodie” in de volgende nummers:

Ich hab’ mich bei einem Walzer verliebt. Lieber guter Schlagzeugmann.

In oktober 1943 in “Bravo! Da Capo” in de nummers:

Tanzmusik. So muss man’s machen. Das Mädel vom Chor. StreichquartettIn

Maart 1944 in “Bunter Abend” in de nummers:

Parkett Reihe. So ein Mädel vom Chor. So muss man’s machen. Gezähmte Bestien.

In april 1944 in “Bunter Abend 2” in de nummers:

Mit Humor geht alles noch mal so gut. Der neue Revuestar.

In juni 1944 in “Total Verrückt” met de nummers:

Wir sind vollkommen blödsinnig. Wir spielen nicht mehr im grossen Saal. Wir spielen in dem kleinen Café von der Kantine. Da werden weiber zu Hyänen! Klatsch!! Ein neuer Westerbork Marsch. Ach, sind wir meschugge.

Rens van Adrighem

Jávea februari 2017

    NAAR:  De site inhoud