Moeder der Watergeuzen

Maartje Boone- van Tilburg, (09-06-1905 / 17-02-1985) was weduwe van de directeur van de Ambachtsschool. Zij vervulde in haar leven vele bestuursfuncties van diverse Brielse verenigingen zoals: Voorzitter van de Huisvrouwen vereniging, Lid van de Museumcommissie, Bestuurslid en voorzitter van de 1 aprilvereniging.

Maartje was een ‘warme’ vriendelijke vrouw en woonde in de Plantage, in de Spuilaan, in zo’n romantisch ‘pannenkoeken’ huisje met een rieten dak.  Naast de onder- en bovendeur met van die kleine ruitjes, hing rechts een koperen bel met een ‘bootsmanendje’ aan de klepel om te klingelen.

Links hingen drie zinken orgelpijpen die uit de Geuzenkerk kwamen en haar geschonken waren door Joop Kroezen.

Je werd altijd zeer vriendelijk ontvangen met een kopje koffie of thee en vaak kreeg je daar een Zeeuwse bolus bij.

Foto rechts: Maartje met haar vrienden, de heer Haaksman (oud postkantoor directeur) en zijn vrouw, samen met

Jopie Löbker voor het Tromp museum in 1968.

Links:

Maartje In 1970 met haar nieuwe

1 apriljurk.


Met Co en

Cok Smit,

Jos Bels en Jopie en Fons Löbker

In de Waag in 1971 met de mannen en vrouwen van het eerste uur van de jaarlijkse viering.

Links op de foto zien we Maartje leiding geven aan ‘de vluchtende vrouwen’ bij de inname.

Al gillend trok men met karren met huisraad, zakken en tassen met allerhande spullen

Den Briel in, op naar de Markt voor het stadhuis waar de overgave van de stad plaats vond.

Foto rechts:

Tijdens de installatie van burgemeester Huurman op het stadhuis in 1972.

Cor Dedert, Maartje, Jaap vd.Berg, Cok Smit, Cor van der Blink, Tineke Mijnlief, Frans Verhoef, Jan Monquil, Wim van der Torre, Dirk Bravenboer en Rens en Ramon van Adrighem.

In 1978 werd besloten tot de bouw van een nieuw geuzenschip. De kiellegging werd op de Scheepswerf de Delta, verricht door burgemeester de Ronde.


v.l.n.r:

Thijs Herlaar, Piet ‘t Hart als Lumey, Harrie v.d. Wiel, burgemeester de Ronde, Maartje, Willem Patijn en Piet de Bruin.


De burgemeester bleek inmiddels en beetje ‘bekeerd’, want tot ieders verbazing kwam hij met een gemeentelijke subsidie van 10.000 gulden!

In 1976 overleed burgemeester Huurman en in 1977 werd Cor de Ronde als nieuwe burgemeester aangesteld. Deze had echter geen hoge hoed op van het 1 aprilgebeuren.

De traditie dat de Burgemeester het voorzitterschap van de 1 aprilvereniging op zich nam, werd door hem dan ook direct verbroken. Na rijp beraad heeft Maartje toen het voorzitterschap op zich genomen. De burgemeester stond er wél op, als adviseur aan de vergaderingen deel te nemen, om een behoorlijke vinger in de 1 april-pap te kunnen houden.

De tewaterlating van het eerste geuzenschip

“De Admirael”,

door burgemeester Huurman, die op voorwaarde dat hij een vat bier mocht schenken, het schip in het water liet zakken.

Uiteindelijk werd de druk op Maartje als voorzitter (zij had inmiddels een hoge leeftijd bereikt), te groot. Mede door de invloed van ‘de adviseur’ had zij geen enkele zeggenschap, waardoor er ‘gemorrel’ onder de leden ontstond.

Tijdens een bestuursvergadering bij Maartje thuis, waarbij de ‘adviseur’ niet aanwezig kon zijn, nam ik (op aandringen van de bestuursleden en clubleden) de kans waar, dit probleem naar voren te brengen. We wisten Maartje duidelijk te maken dat zij beter tot haar recht zou komen als ‘presentatrice’ van de 1 aprilvereniging. In eerste instantie was zij daar natuurlijk van geschrokken. Het is natuurlijk nooit leuk om te moeten horen dat je eigenlijk te oud bent geworden voor zo’n functie.

Maar uiteindelijk begreep zij het wel en werd het haar duidelijk dan van de ‘druk’ verlost te zijn.

Zo kwam het dat in 1980 een nieuwe voorzitter, de heer Van Berkel, werd benoemd. Een keuze die op aandringen van de burgemeester werd gemaakt. En Maartje werd ‘het boegbeeld’ van de 1 april-vereniging, een taak die zij met verve vervulde.


Haar 1 aprilarchief met foto’s en krantenknipsels is in het bezit gekomen van de 1 aprilvereniging, zodat er teruggekeken kan worden op haar 1 april belevenissen. Belevenissen waaraan zij zelf zoveel plezier beleefde en dat ook uitstraalde, waardoor zij haar bijnaam Moeder Maartje als een echte moeder gestalte gaf aan ‘haar’ Geuzen en natuurlijk ook de 1 aprilvereniging.

Hoe en waarom Maartje tot “Moeder Maartje” gebombardeerd werd.

In 1970 had Vader Abraham (Pier Cartner) een hit met: “Vader Abraham had zeven zonen”. Tijdens de repetitieavonden in de sloepenloods klonk toen met de melodie van dat lied al snel:

“Maartje Boone heeft zeven zonen,.... Zeven zonen heeft Maartje Boone!..... En ze aten niet,... en ze dronken niet......maar ze hadden veel plezier!”

Onder die zeven zonen werden verstaan: Cok Smit als Coppelstock, Cor Dedert als Lumey,

Jan Monquil als Bloys van Treslong, Cor van der Blink als Roobol, Henk Grootveld als Hoofd- kanonnier, Teun Stolk als Simon de Rijck en tot slot Jan Beesemer de regisseur.

Vanaf die tijd ben ik Maartje altijd ‘Moeder Maartje’ blijven noemen.

Maartje maakte met Adriaan Zoetemijer, trots het bedrag bekent van de certificaat verkoop, die op de Markt plaats vond.


Op 30 maart 1979 werd het geuzenschip de “Prince Admirael” officieel overgedragen aan de 1 aprilvereniging.


Als het schip naar andere plaatsen ging om daar historische herdenkingen op te luisteren, was daar altijd Moeder Maartje ter plaatse om ’haar’ mannen aan te moedigen.

Om aan de benodigde resterende financiën te komen voor de bouw, werd een inzameling onder de bevolking gehouden.


Moeder Maartje kocht uiteraard

als één van de eersten een certificaat, welke ze altijd zuinig bewaard heeft.

Moeder Maartje

De Geuzenmoeder om nooit te vergeten

NAAR:  De site inhoud

Rens van Adrighem  Jávea  1 april 2009

“Moeder Maartje”

Maartje Boone- van Tilburg

“Moeder Maartje”

Rens van Adrighem

door    autodidact kunstenaar

Toen in 1966 voor de eerste keer begonnen werd met het opzetten van de jaarlijkse 1 aprilviering, was Maartje dan ook een van de eersten die een kostuum maakte en ook anderen enthousiast maakte en hielp bij het naaien van kostuums.