door

Rens van Adrighem

BIOSCOOP THEATER
LUXOR

Advertentie uit 1936.

Het hele pand was volledig uitgewoond en de bioscoop was vol met hakenkruisen geschilderd en zat onder de vlooien. Beetje bij beetje heeft de familie met vrienden de boel weer opgeknapt.

Op 20 mei 1945, tien dagen na de bevrijding, kon de familie Philipse eindelijk na 3 jaar en veel problemen hun intrek weer nemen en beginnen ze aan de wederopbouw van de bioscoop. in de panden aan de Nobelstraat, na het betalen van overdrachtskosten voor hun eigendom.

In 1953 zag ik voor het eerst een film. In die tijd was de televisie nog maar net uitgevonden, maar bijna niemand had er een. De broer van mijn moeder, ome Jan Korndörffer was met zijn gezin over gekomen uit Curaçao en trakteerde vaak alle neefjes en nichtjes op een bioscoopje.

Zo kwam ik voor het eerst in de Luxor bioscoop.

Bertus Spoor, die als zetter bij de Nieuwe Brielse Courant werkte , ging jaren lang in de pauze met snoeperij rond.

Begin zestiger jaren toen de bioscoop helemaal verbouwd was, draaiden o.a. onderstaande films.

De cowboy films van Roy Rogers, die wij altijd Rooie Rochus noemden.

De eerste film die ik

in 1953 zag

was

‘De Negerhut van

Oom Tom.’

Met

‘De dikke en de dunne’ was het altijd lachen.

MIJN PERSOONLIJKE HERINNERINGEN AAN DE BIOSCOOP

In de jaren ’50 was het interieur erg sober. Met aan elkaar verbonden houten stoelen en de zaal werd verwarmd met een kolengestookte potkachel. Helemaal achter in de zaal was ‘de engelenbak’, de meest luxe plaats in de bioscoop.

‘Doctor Zhivago.’

De meest bekende films uit de zeventiger jaren.

Op 21 september 1957 overleed Mozes op 73 jarige leeftijd en vanaf 1958 werd de bioscoop onder leiding van Francina Philipse en haar zonen Maup en Ed voortgezet, die ook filmvoorstellingen in Rockanje verzorgden.

De bioscoop opende haar deuren met de film “En de lamp blijft branden”, een film  over de oorlog met Florence Nightingale. Het was een geweldig kassucces.

Het projectiescherm was aan de kant van de Nobelstraat. de houten ‘Tonet’ stoelen waren met latten aan elkaar verbonden en de zaal werd verwarmd met een kolengestookte potkachel. Achter in de zaal was ‘de Engelenbak’ die vaak tenonrechte ‘de Vlooienbak’ genoemd werd.

DE BIOSCOOP EIND jaren ’40, BEGIN JAREN ’50

Mevrouw Philipse werd in de bloemen gezet tijdens de feestelijke opening.

De prachtige bioscoopzaal

met nog steeds een kachel

- rechts tegen de wand -

maar dit keer op olie gestookt.


Achter in de zaal

- bij de ingang -

was een tweede

kachel, maar die was  in de grond geplaatst.

Vele Brielse-

notabele zaten

in de zaal

bij de opening.


Midden voor:

Leen van Dijk

de aannemer

met zijn vrouw

en op de rij

daar voor

(met bril) Albert

van Adrighem, directeur van het plaatselijke VVV

met zijn vrouw.

Een kijkje in de projectiekamer.

Ook kwam er een fraaie Foyer, om de bezoekers in de pauze van een drankje of versnaperingen te kunnen voorzien.

Mevrouw Philipse in gesprek met

de heer en mevrouw Van Delden.

Op 25 augustus 1980 overleed mevrouw Philipse op de respectabele leeftijd van 87 jaar

en werd de bioscoop door de familie Philipse verkocht.

Het interieur met rechts Maup Philipse.

GEHEEL NIEUWE BIOSCOOP

Bakker Moerman, die zich naast de bioscoop bevond, verdiende ook nog wat aan de filmliefhebbers.

Mozes J. Philipse geboren 22-01-1883 gaf ‘s winters dansles in de zaal op de begane grond van het café-restaurant aan in de Nobelstraat.

In de jaren ’20 van de 20e eeuw begon Moses dovig te worden, wat hem bemoeilijkte bij zijn muzikale activiteiten. Dat dwong hem een nieuwe uitdaging aan te gaan.

Samen met zijn vrouw Francina Philipse-Gorzeman verbouwden ze in 1936 de danszaal

tot bioscoop theater en gaven het de naam Luxor.

De bioscoop werd grondig verbouwd en kreeg een moderne uitstraling met blank-beukenhouten klapstoeltjes met rode bekleding en werd geopend op 11 december 1958.

Rens van Adrighem

Jávea oktober 2010

Voor het laatst bijgewerkt oktober 2016

10 Mei 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit en de Duitse bezetters gingen de dienst uitmaken. Februari 1941 bepaalde Oberst Leutenant Nitsche dat de Briellenaren zich maar moesten schikken naar de bezetters, zoniet goedschiks dan maar kwaadschiks.

De Joodse families die in Brielle woonden, Gazan, Cohen, Philipse en Katan waren mikpunt van de Duitsers. Ze moesten hun zaken sluiten en maar zien hoe ze aan de kost kwamen.

Er werd door de Duitsers een Duitsgezinde exploitant, Dr. Peter Zimmer benoemd en Mozes en zijn gezin moesten hun café-restaurant en bioscoop ‘Luxor’ verlaten en betrokken toen een woning in de Langestraat. Omdat Mozes zijn vrouw Francina geen jodin was, mochten ze met hun zonen Maup en Ed in Den Briel blijven.

Mozes Philipse, zijn vrouw Francina Philipse-Gorzeman en hun zonen Maup en Ed werden door een complex van omstandigheden van hun leven gespaard.

Tot op hoge leeftijd zat mevrouw Philipse altijd achter de kassa. Overdag kon je ook reserveren en dan kwam je in de woonkamer van mevrouw Philipse terecht.

Je had de keuzen uit: stalles, parket en loge.

(Eerste. tweede en derde rang.

Mevrouw Philipse zat altijd op rij 12 tijdens de voorstellingen en had een ongezouten mening.

Voor een kwartje konden de bezoekers daar hun fietsen stallen. Dan moest je nog voor de film een kaartje kopen. De meesten hadden niet zoveel zakgeld dat je elke week naar de film kon.

NAAR:  De site inhoud

Op zaterdagavond 31 oktober 1936 opende het bioscooptheater Luxor, met de vertoning van de operette-film “Csardas Fürstin”. De krant noemde het: “een pracht van een bioscoopzaal, welke met de beste kan wedijveren”. Daarbij werd de eerder gebouwde serre bij de zaal getrokken. Het interieur werd beschreven als: een entree met loket, een ruime bioscoopzaal en een cabine met een eerste klas “Zeiss Ikon-theater-geluids installatie” en “Thans blijken de geruchten werkelijk te zijn. De heer M.J. Philipse heeft het aangedurfd zijn panden te verbouwen tot een stads bioscoop met 2 jounaals, een Hollandsch en een Buitenlandsch, benevens 2 hoofdfilms.”

DE OORLOGS PERIODE

Francina. Eduard, Maup en Moses