Dat hebben we maar niet gedaan en hebben hem de pony mee laten nemen naar de camping waar hij prima op zijn plaats was.Een paar weken later komt hij weer binnen met de vraag: mag m’n vriend naar binnen?Gaat de deur open,... staat hij met een paardenkop op zijn schouder! Nee Aad,..... dat gaat niet! riepen we uit. Een pony gaat nog, maar een paard,... dat is toch te gek! Wat bleek, was het alleen een opgezette paardenkop! We hebben enorm gelachen. Helemaal toen hij de kop op de gokkast had gezet,
die tegen de toiletten aan stond. Velen die binnen kwamen deden de deur van het toilet open om te zien hoe dat paard daar stond!
Op een vrijdagmiddag komt Aad aan met de kofferbak van zijn Mercedes Benz vol met antieke koperen ketels met deksels. “Is Meinderd Derks die pannenkoekenbakker er niet?” vroeg Aad.
(Hij had een vreselijke hekel aan hem want hij vond het een geldwolf). Ja, Meinderd was er en die kwam direct aangelopen. Aad opende de koffer van de auto en verteld die koperen ketels ongezien gekocht te hebben. Meinderd haalt er direct de mooiste ketel uit, haalt de deksel er af en er zitten een paar biljetten van 100 gulden in. Meinderd werd haast gek. Aad pakt ook een ketel en daar zit ook een biljet van 100 gulden in. “Wat vraag je voor die ketels” vroeg Meinderd. Ik verkoop ze alleen allemaal te gelijk zei Aad en noemde zijn prijs. Meinderd wist niet wat hij moest doen, maar durfde de aankoop uiteindelijk niet aan. Maar goed ook, want die biljetten van 100 gulden had Aadje er natuurlijk zelf ingestopt om hem er in te luizen.
Met het havenwerk ging er veel geld om. Vele keren bracht Aad grote bedragen bij ons, om voor hem te bewaren. “Doe er maar mee wat je wil, als het rond de kerst maar weer beschikbaar is want dat is een periode dat ik wel eens omhoog zit. Als ik het zelf bij me hou geef ik het waarschijnlijk alleen maar weg”.
En zo was hij. Wat hij had deelde hij met anderen. Wij bewaarden het geld dan ook zorgvuldig en hebben het dan ook nooit aangeraakt, zodat hij er ten alle tijden over kon beschikken.